Meer preventie om georganiseerde misdaad te bestrijden
**Intro**
Er bestaat veel journalistieke, academische en politieke aandacht voor de bestrijding van de georganiseerde misdaad. In de journalistiek gaat het daarbij meestal om geruchtmakende zaken zoals het [Marengo proces](https://www.om.nl/onderwerpen/strafzaak-marengo). In de media gaat de populaire video serie over de [Mocro Maffia](https://www.moviemeter.nl/series/show/3276) haar vijfde seizoen in. In de kranten staat de bestrijding centraal, terwijl de bendes uit de serie ook bijdragen aan de verheerlijking van criminaliteit.
Maar op bestuurlijk niveau is de afgelopen jaren meer aandacht te bespeuren voor een integrale benadering waarbij ook de voorkant van het fenomeen aan de orde komt. Preventie was in het verleden vaak een ondergeschoven kindje als het om criminaliteit gaat. Maar nu de georganiseerde misdaad zich ook in achterstandswijken steeds meer laat gelden, wordt er kennelijk meer urgentie gevoeld. Het narratief van kansarme jongeren die op steeds jongere leeftijd in te worden ingeschakeld voor hand-en-spandiensten spreekt tot de angstige verbeelding van onderzoekers en beleidmakers. Het leidt tot meer aandacht voor preventie, maar daarmee is niet gezegd dat beleidsdoelen (als die al expliciet worden geformuleerd) worden gehaald.
In deze bijdrage aan Politieperspectief schets ik een overzicht op drie abstractieniveaus: maatschappelijk, politiek-bestuurlijk en politieel. Maatschappelijk omdat er een breed gedragen perspectief op een vitale samenleving nodig is, politiek-bestuurlijk omdat er een programma nodig is dat effecten sorteert en politieel omdat de politie een onmisbare schakel vormt van een integrale aanpak. Daarbij maak ik onderscheid in analyse en beïnvloeding om meer perspectief te bieden op maatregelen die voorkomen dat we blijven dweilen met de kraan open. Preventie en samenwerking met externe partners en belanghebbenden zijn daarbij belangrijke thema’s.
**Maatschappelijk**
Het maatschappelijk debat is grillig en veelzijdig. Het is niet moeilijk om enkele actuele signalen te noemen die een beeld geven van de omstandigheden waaronder criminaliteit kan ontstaan. Als achtergrond gegeven geldt dat er al jaren wordt geschreven over een tweedeling in de maatschappij.
Zo publiceerde de WRR in 1996 het rapport [Tweedeling in perspectief](https://www.wrr.nl/publicaties/rapporten/1996/12/18/tweedeling-in-perspectief). De aanbevelingen in dat rapport hebben weinig zoden aan de dijk gezet, want dit jaar verscheen de [‘Atlas van afgehaakt Nederland’](https://kennisopenbaarbestuur.nl/media/258329/atlas-van-afgehaakt-nederland.pdf) waarin een schril beeld wordt geschetst van een complex breukvlak tussen bevolkingsgroepen links en rechts van de doorgaans minder uitgesproken middengroepen. De conclusie dringt zich op dat er in onze samenleving een scherpe kloof is ontstaan tussen hoog en laag, tussen hoogopgeleiden en lager opgeleiden, tussen ‘aangehaakten’ en ‘afgehaakten’, tussen gevestigden en buitenstaanders.
Vandaag verschijnt een publicatie of beter getypeerd een activistisch pamflet van Sander Schimmelpenninck met de titel [Sander en de kloof](https://decorrespondent.nl/sanderendebrug), waarin hij de ongelijkheid in Nederland aan de kaak stelt. Dit in navolging van de tv-serie *Sander* en de kloof. Kennelijk spreekt het thema aan want de vijf theatervoorstellingen waren snel uitverkocht.
Het politieke klimaat draagt ook niet bij aan het maatschappelijk draagvlak voor beleidsmaatregelen in tijden van crises en geopolitieke onzekerheid. De verharding van de door populisten gekaapte debatten in de Tweede Kamer speelt ons al enkele jaren parten nu fragmenten daarvan niet alleen door de klassieke, maar ook via de sociale media verspreid worden. Onlangs kregen de ophitsende teksten van FvD kamerlid Guido van Meijeren ten behoeve van de Belgische website [‘Compleetdenkers’](https://www.youtube.com/watch?v=gjkpHVAmnWk&t=3255s) veel aandacht. Vooral als gevolg van de quote waarmee werd gezinspeeld op een revolutionaire beweging: "waarbij het zo urgent wordt voor mensen die niets meer te verliezen hebben, dat ze bij wijze van spreken naar het parlement trekken en zeggen: wij gaan hier gewoon niet meer weg totdat de regering weg is."
Uit het periodieke [Dreigingsbeeld van de NCTV](https://www.nrc.nl/nieuws/2022/10/27/het-vermogen-tot-zelfbeheersing-is-minstens-zo-belangrijk-als-intelligentie-in-het-leven-a4146520) dat onlangs verscheen blijkt dat anti overheidsterrorisme een toenemende rol speelt, Niet alleen in Nederland, maar ook in andere Europese landen is dat een probleem. Onlangs werden in Duitsland 25 aanhoudingen verricht binnen een netwerk van rechts-extremisten van de [Rijksburgerbeweging](https://duitslandinstituut.nl/artikel/52382/reichsburger-beweging-explosief-gegroeid) die een staatsgreep hadden voorbereid. Dergelijke bewegingen hebben binnen de kortste keren internationale contacten, omdat agitatoren steun zoeken om van elkaar te leren.
De klassieke media hebben al enige tijd te maken met bedreigingen en hindernissen tijdens het vastleggen en documenteren van protestbewegingen. Het verwijderen van de NOS [emblemen op reportage auto’s](https://nos.nl/artikel/2352452-nos-haalt-na-aanhoudende-bedreigingen-logo-van-satellietwagens) in oktober 2020 was een teken aan de wand van de vrije nieuwsgaring. De discussie daarover was van korte duur met als gevolg dat deze capitulatie een negatieve mijlpaal opleverde.
Niet alleen de journalistiek, maar ook de wetenschap heeft te maken met activistische kritiek. Het lanceren van een website ‘[wetenschap veilig](https://www.wetenschapveilig.nl/)’ om wetenschappers hulp en advies te bieden bij bedreiging, intimidatie en haatreacties is ook een teken aan de wand. Als gedeeltelijke verklaring voor het bekritiseren van wetenschappers dat de uitkomsten van een onderzoek lang niet altijd een overtuigende ethische of empirische basis hebben als gevolg van de publicatiedruk op universiteiten kan geen excuus zijn voor deze bedreigingen. In het Corona tijdperk was er bijvoorbeeld kritiek die tot uiting kwam in een brief die door 300 wetenschappers werd ondertekend, op de opzet van [fieldlabs](https://3voor12.vpro.nl/artikelen/overzicht/2021/april/Ruim-300-wetenschappers-ondertekenen-open-brief-over-Fieldlab.html). Dit gaf extra voeding aan het protest tegen de vrijheid beperkende maatregelen van het vorige kabinet. Tot zover deze korte beschrijving van de maatschappelijke context.
Als we nader inzoomen op factoren die van belang zijn voor preventie komen we als eerste uit bij de jeugd- en gezinszorg omdat het duidelijk is dat daar het eerste aangrijpingspunt ligt. Binnen de gezinszorg bestaat een groot palet aan methoden en maatregelen, maar de [effectiviteit](https://richtlijnenjeugdhulp.nl/wp-content/uploads/2015/06/Onderbouwing_Multiprobleemgezinnen.pdf) ervan wordt laag ingeschat. Vooral als het gaat om Multi probleemgezinnen is dat een lastig gegeven.
De afgelopen jaren verkeert de jeugdzorg in een permanente crisis als gevolg van een reeks factoren waaronder een methodestrijd en capaciteitsgebrek. De SER kwam in 2021 in het rapport ['Van systemen naar mensen'](https://www.ser.nl/nl/Publicaties/jeugdzorg-systemen-naar-mensen) met 10 aanbevelingen. Die gingen over verbetering van de hulpverlening, samenhang in het jeugdzorgaanbod, betere aansturing van de hulp en duidelijke afspraken tussen gemeenten en rijk. Sindsdien zijn de problemen in de jeugdhulp en jeugdbescherming alleen maar groter geworden, aldus de SER.
Er zijn ook psychologische inzichten die de kansen voor een kansrijke jeugd negatief beïnvloeden. Zo bleek uit [recent onderzoek](https://www.nrc.nl/nieuws/2022/10/27/het-vermogen-tot-zelfbeheersing-is-minstens-zo-belangrijk-als-intelligentie-in-het-leven-a4146520) opnieuw dat wilskracht en zelfcontrole als gevolg van nauwelijks te beïnvloeden factoren tijdens de eerste jaren van de opvoeding (2-7 jaar) ongelijk verdeeld zijn in de samenleving. Daarmee wordt de volkswijsheid over crimineel gedrag als gevolg van een slechte opvoeding opnieuw in een empirisch daglicht geplaatst.
**Politiek-bestuurlijk**
In de recente lezing van de minister van justitie Dilan Yeşilgöz-Zegerius, die ze als [HJ-Schoo lezing](https://www.ewmagazine.nl/nederland/achtergrond/2022/09/lees-hier-de-volledige-hj-schoo-lezing-van-dilan-yesilgoz-terug-901019/) uitsprak, heeft ze op een overtuigende manier gepleit voor een brede maatschappelijke mobilisatie om het belang van veiligheid dieper te verankeren in onze samenleving. Ze geeft daarbij op een overtuigende manier aan welke belangen er met een vitale rechtsstaat die onder druk staat in het geding zijn en neemt daarbij een ambitieuze positie in. Het kan echter niet bij een lezing blijven en dat is ook niet het geval, want er zijn [departementale plannen ontwikkeld over een breed front](https://www.rijksoverheid.nl/actueel/nieuws/2022/11/04/strijd-tegen-georganiseerde-misdaad-opgevoerd-op-alle-fronten) met gebruikmaking van extra budgetten die in het Regeerakkoord van dit kabinet zijn toegezegd.
Op de site van J&V staat dat er extra wordt [geïnvesteerd in de preventieve aanpak](https://www.rijksoverheid.nl/actueel/nieuws/2022/07/01/extra-geld-voor-tegengaan-van-jeugdcriminaliteit) van jeugdcriminaliteit:
“De basis voor deze aanpak is het coalitieakkoord ‘Omzien naar elkaar, vooruitkijken naar de toekomst’. Naast de eerder aangekondigde investeringen van minister Yeşilgöz-Zegerius, versterkt haar collega Weerwind ook de preventie in de brede jeugdcriminaliteit, de jeugdstrafrechtketen, de nazorg en re-integratie na detentie. Daarmee wordt voorkomen dat jongeren weer de fout in gaan en/of doorgroeien naar geharde criminelen.”
In de kamerbrief wordt verwezen naar de [Databank Effectieve Jeugdinterventies](https://www.nji.nl/interventies) waarin beschrijvingen van programma's voor hulp bij opgroeien en opvoeden zijn opgenomen. Deze interventies zijn door een onafhankelijke erkenningscommissie beoordeeld. Maar de scores zijn niet om over naar huis te schrijven. Mede daarom is het algemene advies om lokaal maatwerk toe te passen. Er kan wel worden gewezen op enkele lichtpuntjes. Zo levert het project ‘[de moeder is de sleutel’](https://demoederisdesleutel.nl/) goede resultaten op. Evenals het Amsterdamse netwerk ADAMUS dat gevormd wordt door [‘credible messengers’](https://crediblemessengers.nl/), personen die jongeren die in de criminaliteit zitten of daar tegenaan schuren, kunnen bereiken om hen te inspireren en een ander perspectief te bieden.
De [Raad voor de Kinderbescherming](https://www.kinderbescherming.nl/actueel/nieuws/2022/07/07/raad-voor-de-kinderbescherming-grotere-inzet-op-preventie-jeugdcriminaliteit) sluit aan bij de beleidslijn van het departement om meer in te zetten op preventie. Uitgangspunt daarbij is een wijkgerichte aanpak. Het is de bedoeling dat het formele gezag, zoals dat van wijkagenten, zichtbaarder wordt in de wijk. Zo werken gemeenten met justitiële organisaties zoals de (jeugd)reclassering en in sommige gemeenten ook met[ de rechtspraak ](https://www.rechtspraak.nl/) samen op lokaal niveau.
**Politieel**
De slag die de landelijke recherche met het kraken van versleutelde berichten in de donkere krochten van het internet aan de georganiseerde misdaad heeft toegebracht zijn vanuit politieel oogpunt uitermate effectief gebleken. Deze methodiek die is ontwikkeld in het kader van een politieel samenwerkingsverband van Frankrijk en Nederland heeft al geleid tot 1800 aanhoudingen en 1500 zaken (telling eind 2021). Op Europees niveau wordt er met de [‘EU Strategy to tackle Organised Crime 2021-2025’](https://eur-lex.europa.eu/legal-content/EN/TXT/?uri=CELEX%3A52021DC0170&qid=1632306192409) gestreefd naar bredere samenwerkings-verbanden om alle lidstaten op een hoger expertise niveau te brengen.
De Nederlandse politie zal zich echter in de rechtszaal, maar ook in het juridische debat moeten verweren tegen de aantijgingen die zijn geuit in de onlangs verstuurde [brandbrief](https://www.advocatenblad.nl/2022/10/24/brandbrief-over-gekraakte-chatberichten/) van strafrecht advocaten. Denkbaar is dat aan de roep om meer transparantie tegemoet kan worden gekomen zonder dat de keukengeheimen worden prijsgegeven. Dat vergt echter wel afspraken op internationaal niveau met andere betrokken politiediensten. En dat zal niet eenvoudig blijken want uiteindelijk zou er onder de vlag van in eerste instantie Europol en daarna Interpol overeenstemming moeten worden bereikt over een gemeenschappelijke methodiek. Of van dit succes preventieve werking uitgaat, zal moeilijk kunnen worden vastgesteld.
Behalve het reactieve spoor kan er ook worden gekozen voor een proactieve benadering waarin er met gebruikmaking van open data via [OSINT-technieken](wiki:#) en via ‘linked data’ uit de publieke sfeer nieuwe methoden worden ontwikkeld die scenario’s op leveren. Op dat terrein worden overtuigende resultaten bereikt:
De methodieken die door [Bellingcat](https://www.bellingcat.com/) zijn ontwikkeld bieden een referentiekader voor de politie. Niet om deze methodieken over te nemen, maar wel om er inzichten uit te destilleren die bruikbaar zijn voor de eigen aanpak van georganiseerde misdaad. Door de methodische doorontwikkeling van Belingcat te volgen kan ook worden geanticipeerd op mogelijke tot benutting van de uitkomsten in specifieke projecten.
Door Piet van Reenen is afgelopen jaar na het lezen van *We are Bellingcat, an intelligence agency for the people* van [Eliot Higgins](https://en.wikipedia.org/wiki/Eliot_Higgins), de oprichter van het collectief, een veiligheidscolumn gewijd aan de ontwikkeling die Bellingcat heeft doorgemaakt en de successen die daarmee zijn bereikt. Hij concludeert dat de informele netwerken en collectieven steeds vaker zullen zorgen dat er tegenwicht wordt geboden aan infiltratie en oneigenlijke beïnvloeding door criminele netwerken en individuele ‘lunatics’ die zich bezighouden met cyber crime. Maar hij concludeert ook dat deze netwerken slagvaardiger en effectiever zijn dan de politie en andere opsporingsdiensten, omdat die worden belemmerd door organisatorische beperkingen.
Het is opmerkelijk dat de kwaliteit van openbare journalistieke onderzoeksplatforms als [InSight Crime](https://insightcrime.org/), [Global Initiative](https://globalinitiative.net/) of [OCCRP](https://www.occrp.org/en) de afgelopen jaren is toegenomen. Ze bieden doorgaans meer actualiteit dan sites van overheden. Voor de politie alle reden om er gebruik van te maken.
Onlangs is de TNO-publicatie [‘Eerste hulp bij opsporing’](https://www.tno.nl/nl/newsroom/2022/11/handboek-hulp-opsporing/) uitgebracht, een veelomvattend handboek met praktijkervaringen en grafische weergegeven methoden om de burger in positie te brengen om een actieve bijdrage te leveren aan veiligheid in de eigen leefomgeving. In het handboek komen 24 onderzoeksmethodieken aan bod. Deze zijn vanuit de opsporingspraktijk van de politie vertaald naar de praktijk van de burgerrechercheur. Opsporing is niet langer het exclusieve domein van de overheid. Iedereen die dat zou willen kan een bijdrage leveren, maar samenwerking met de politie is dan wel geboden;
**Beïnvloeding**
Deze bescheiden aanzet van een overzicht op drie niveaus kan per niveau vertaald worden naar concrete inzichten waarmee een betere aanpak kan worden bewerkstelligd. De rode draad op elk van de drie niveaus is de noodzaak tot samenwerking tussen belanghebbende organisaties en waar mogelijk burgers omdat data, expertise en creativiteit synergie kunnen opleveren.
Het verdient aanbeveling om een maatschappelijk debat op te zetten gericht op creatieve inzichten waarmee scenario’s kunnen worden gevormd die bijdragen aan een middellangetermijnvisie op een samenleving met een sterke democratie. Er kan daarmee een beter beeld ontstaan van alle belangen en de weging daarvan door diverse maatschappelijke groeperingen. Er zijn per definitie tegenstrijdige belangen, omdat het om verschillende visies op het belang van de rechtstaat gaat. Een veelzijdig beeld kan desondanks leiden tot een actieplan gericht op diverse maatschappelijke krachten die gemobiliseerd moeten worden. Hierna volgt een kleine voorzet van acties die denkbaar zijn.
**Maatschappelijk**
Twintig jaar geleden publiceerde Gabriel van den Brink een WRR-rapport onder de titel [‘Schets van een beschavingsoffensief’](https://www.wrr.nl/publicaties/verkenningen/2004/05/27/schets-van-een-beschavingsoffensief-over-normen-normaliteit-en-normalisatie-in-nederland---3). Deze publicatie kreeg toen veel aandacht, omdat er ook toen werd gesproken en geklaagd over verloedering van de samenleving. Een herijking van deze studie zou interessante inzichten kunnen opleveren.
Er komt al een bewustwordingscampagne op gang nu er op steeds jongere leeftijd normafwijkend gedrag wordt geconstateerd. Meer aandacht door preventie van ongewenst gedrag is nodig. Er kan niet vroeg genoeg worden begonnen. Zelfs voorafgaand aan het basis- en het voortgezet onderwijs zouden toekomstige ouders in wijken met een zwakke sociaal-culturele structuur kunnen worden voorbereid op de opvoedkundige uitdaging als de gezinsvorming start. Cursussen kunnen fysiek en online worden opgezet in het besef dat opvoeden didactische vaardigheden vraagt.
De eerdergenoemde publicatie van Sander Schimmelpenninck onderscheidt zich in gunstige zin, omdat er niet alleen een analyse wordt gegeven van toenemende ongelijkheid, maar ook een ambitie wordt verdedigd om tot systeemverandering te komen die de kansenongelijkheid in de maatschappij structureel vermindert. Het betreft vooralsnog een perspectief. De echte uitdaging is vervolgens om daadwerkelijke verandering op gang te brengen.
In een recente publicatie van [Rutger Bregman in de Correspondent](https://decorrespondent.nl/14047/aan-alle-wereldverbeteraars-van-nu-idealen-zijn-mooi-resultaten-nog-beter/540036915-952c0cc2) over de haalbaarheid van maatschappelijke veranderingen behandelt hij vier mythes die zijn gebaseerd op illusies over gedragsverandering. De samenvatting van dit essay is veelzeggend: Hoe verander je de wereld? Moed, idealisme en tegendraadsheid zijn belangrijk, maar op zichzelf niet genoeg. Je verandert de wereld door volharding (moeilijk), organisatiekracht (saai) en een fikse dosis pragmatiek (realistisch)
De eerste illusie gaat over bewustwording als noodzakelijke, maar niet voldoende voorwaarde voor daadwerkelijke verandering. De kloof tussen denken en doen speelt veel mensen parten.
De tweede illusie gaat over de illusie van goede intenties. Bregman haalt daarbij de tactiek van [‘moreel herkaderen’](https://compass.onlinelibrary.wiley.com/doi/abs/10.1111/spc3.12501) aan. Met nieuwe argumenten een taai probleem oplossen. Dat zouden we kunnen proberen door morele argumenten tegen het brede gebruik van cocaïne door grote groepen in onze samenleving te formuleren. De drugshandel, de financiële kurk van de georganiseerde misdaad, werkt immers op basis van het basale principe van vraag en aanbod. Zolang vanzelfsprekendheid van de vraag niet wordt geproblematiseerd, zal er altijd een aanbod blijven.
De derde illusie sluit daar naadloos op aan: Je komt er niet met de puurheid van je eigen ideaal. Er zijn coalities nodig met belangengroepen die moreel minder zuiver handelen maar wel kunnen bijdragen een oplossing. Als het om alcohol- en drugsverslaving gaat kunnen de kosten van de gezondheidszorg als belang worden benoemd.
Op een nog abstracter niveau wordt de illusie van synergie genoemd als een faalfactor. Als je er alles bijsleept wordt het een verlammende keuze tussen alles of niets of tussen Utopia of de gladiolen, zoals Bregmen het treffend samenvat.
Gedacht kan worden aan een verbeelding van deze vier mythes naar positieve rolmodellen die de morele aspecten van de rechtstaat via sociale media aan de orde stellen. Een verandering aan de vraagzijde van de Nederlandse drugsmarkt zou een mooie testcase zijn voor de benadering van Bregman.
Het gebruik van cocaïne en synthetische drugs is in Nederland immers door grote groepen onderdeel geworden van een cultuurpatroon. Niet alleen in de randstad, maar ook daarbuiten in kleinere gemeenschappen. Daardoor is dit omvangrijke gebruik een niet te verwaarlozen factor geworden in de drugsmarkt. De [Nationale Drugsmonitor](https://www.nationaledrugmonitor.nl/) geeft daarvan een goed beeld met een onderscheid naar alle categorieën. Het aanbod is zo groot dat de marktprijs niet wordt beïnvloed door de grote vangsten van de politie en de douane die (onder andere) vanuit de Rotterdamse haven met regelmaat worden gemeld. De [‘war on drugs’](https://www.politieacademie.nl/kennisenonderzoek/kennis/mediatheek/pdf/91872.pdf) tegen internationale drugssyndicaten duurt al decennia en zal niet gewonnen worden als er geen nieuwe benadering wordt gekozen. Decriminaliseren door de handel vrij te laten, is schijnbaar aantrekkelijk, maar gelet op de internationale afhankelijkheden niet realistisch. Niet alleen de afhankelijkheid van westerse landen waar gebruikt wordt, maar ook omdat producerende landen worden geregeerd door regimes waarmee geen betrouwbare afspraken kunnen worden gemaakt.
We zullen de aandacht dus moeten verleggen van de aanbodzijde naar de vraagzijde, ofwel van repressie naar preventie. Een breed opgezette alliantie vanuit de zorg en de veiligheid, gevormd door overheid en bedrijfsleven zou een goed doordachte campagne moeten opzetten. Om te beginnen met een doelgroep analyse, gevolgd door een strategie om het nonchalante frame van routinematige gebruikers te beïnvloeden. Dat zal niet makkelijk zijn, maar de hondenpoep is in Amsterdam ook van straat verdwenen en het toegenomen bewustzijn over de gevolgen van klimaatverandering leidt ook tot ander gedrag.
**Politiek-bestuurlijk**
Er is behoefte een aan brede aanpak waarbij een matrix van proactieve en reactieve maatregelen over de lengte van de gehele keten van rechtshandhaving worden toegepast. Als het om de voorkant van het probleem gaat, dient er door de jeugd- en gezinszorg vroegtijdig te worden ingespeeld op maatschappelijke trends. Het oplossen van problemen in de jeugdzorg is een randvoorwaarde voor een proactieve en reactieve aanpak. Nu worden probleemjongeren gedupeerd nu er onvoldoende adequate hulpverlening beschikbaar is.
Het online gokken zal aan banden moeten worden gelegd nu er steeds meer signalen zijn dat dit fenomeen toeneemt, waardoor [gokverslaving onder jeugdigen](https://www.jellinek.nl/vraag-antwoord/wat-zijn-risicos-gokken/) ontstaat met geldgebrek en daarmee ontvankelijkheid voor het participeren in criminele netwerken als gevolg.
Door het vorige kabinet is een [Breed Offensief tegen Georganiseerde Ondermijnende Criminaliteit](https://www.rijksoverheid.nl/actueel/nieuws/2019/10/18/breed-offensief-tegen-georganiseerde-ondermijnende-criminaliteit) (BOTOC) opgezet, maar de resultaten daarvan zijn niet optimaal, omdat nu blijkt dat het belang van werk voor de doelgroep in de aanpak onderschat is. Er is onderzocht hoe [werk als beschermingsfactor](https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2022/11/01/de-rol-van-werk-in-de-lokale-aanpak-van-ondermijning) tegen ondermijnende criminaliteit door gemeenten beter kan worden ingezet. Verbreding en borging van het BOTOC offensief is nodig.
**Politieel**
Allereerst is er een heroriëntatie nodig op de vraag of de prioriteitstelling tussen proactieve en preventieve activiteiten enerzijds en reactieve anderzijds. Bestrijding van georganiseerde criminaliteit blijft onverkort van belang maar zolang er niet meer aandacht komt voor preventie zal er geen doorbraak worden bereikt.
Dit vereist een doorbraak in de interne sterkteverdeling van de politie nu de basisteams in de wijken een onevenredig tekort te zien geven waardoor de norm van 1 wijkagent per 5000 inwoners tot een papieren tijger lijkt te zijn gereduceerd. In een onlangs verschenen discussie notitie met de brede titel [‘De Nederlandse politie, gezagsdragers en de wijkagent’](https://hcss.nl/report/nationale-politie-gezagdragers-en-wijkagent-hcss/), uitgebracht door het HCCS bepleiten twee actief betrokkenen van de voormalige stichting Veiligheid en Politie voor een versterking van het gezag en de zichtbaarheid van de politie in de wijk.
Wijkagenten krijgen meer kans om zichtbaar te zijn in hun wijk als ze deel uitmaken van kleinere basisteams. Het gaat om teams met een overzichtelijke omvang. De huidige omvang van om en nabij 150 fte’s is te groot om het adagium van kennen en gekend worden een serieuze kans te geven. Een belangrijk organisatorisch voordeel van schaalverkleining is ook dat een teamchef een team beter leert kennen en dan daadwerkelijk betekenisvol leiding kan geven.
Om de capaciteitstekorten te compenseren kan er als tweede stap meer worden ingezet op burgerparticipatie. [Een onderzoek](https://www.politieenwetenschap.nl/publicatie/politiekunde/2010/burgerparticipatie-in-de-opsporing-125) dat is uitgevoerd door bureau Beke in opdracht van Politie en Wetenschap laat zien dat het stimuleren van burgerparticipatie bijdraagt aan de oplossing van zaken, maar ook aan de legitimiteit van de politie. Een bijkomend effect is de versterking van een preventieve instelling van bewoners van wijken die in toenemende mate gebruik maken van Whatsapp en buurtapps. In een breder verband kan ook gebruik worden van ervaringen die vooral in Amsterdam zijn opgedaan met [‘Tegenhouden’](wiki:#) als methodiek bestaande uit een reeks van acties die gerangschikt kunnen worden onder de brede paraplu van zowel het voorkomen, in de klassieke betekenis van preventie, als het voortijdig stoppen, stukmaken, ontmoedigen en verstoren van criminele activiteiten.
Een derde stap kan zijn om de opsporing ook aan de voorkant van een fenomeen een preventief gezicht te geven. Zo hebben het Openbaar Ministerie en de politie onlangs een [darknet website](https://www.om.nl/actueel/nieuws/2016/10/31/om-en-politie-lanceren-darknet-website-in-wereldwijde-actieweek) gelanceerd. Op de site is een overzicht te zien van aangehouden verkopers en van enkele honderden gebruikers, die inmiddels door de politie zijn geïdentificeerd. Het is één van de Nederlandse acties onder de vlag van [Operatie Hyperion](https://www.google.com/url?sa=t&rct=j&q=&esrc=s&source=video&cd=&cad=rja&uact=8&ved=2ahUKEwiU1JaovsT8AhU1h_0HHf8XBhEQtwJ6BAgFEAI&url=https%3A%2F%2Fsocialmediadna.nl%2Factief-op-dark-markets-politie-houdt-het-in-de-gaten%2F&usg=AOvVaw2qyCzV3KIuCZUDth2r777n), een wereldwijde actieweek (22-28 oktober 2022) op het ‘dark net’. Dit soort acties hebben een preventief en tegelijkertijd confronterend karakter en maken daarmee onderdeel uit van een nieuwe benaderingswijze.
Tenslotte, de noodzaak tot samenwerken in de diverse ‘bedrijfsketens’ waar de politie mee te maken heeft, is bijna een open deur. Het zal nog veel inspanningen vergen in het kader van het ICT-dossier van de politie en haar partners om het niveau te bereiken dat in het bedrijfsleven als norm geldt voor het benaderen en ondersteunen van klanten en afnemers. Maar dit veel becommentarieerde onderwerp vergt een afzonderlijke bijdrage.
Wim Broer; Naarden
Wim Broer · · Last updated Mar 12, 2023 - 3:52 PM
Hans van Duijn ·