Onze maatschappij is doorspekt met clichés die de relativiteit van het leven benadrukken. We kunnen ze dromen: ´echte schoonheid zit van binnen´, ´de tijd heelt alle wonden´, ´je hebt iemand nodig, stil en oprecht…..`, en ga zo maar door. Waarom houden we onszelf zo voor de gek, vraag je je af? Echte schoonheid mag dan van binnen zitten, maar daar trekt niemand zich iets van aan. En dat de tijd alle wonden heelt, komt degene die moet troosten net even iets te goed uit, waarmee direct een vraagteken gesteld is bij het bestaan van echte vriendschap. De mens heeft geen behoefte aan relativiteit. De mens wil zekerheid; z´n eigen zekerheid. Het hanteren van deze clichés is dus op z´n minst huichelachtig.
De mens is een egoïstisch, eigengereid wezen. De beste tekst die de Nederlandse hitlijsten heeft gesierd is daarom wellicht het ´Krijg toch allemaal de klere, val voor mijn part allemaal dood´ van ons aller Amsterdamse straatschoffie Ciske de Rat. Een beetje schokkend misschien, zeker voor die tijd, maar ach, “Wie appelen vaart, wie appelen eet”.
Maar dan blijft nog altijd de vraag overeind waarom we toch zoveel behoefte hebben aan deze levenswijsheden. Waarom willen we het bestaan vangen in scherpe oneliners, het liefst aangekleed met wat drama en oppervlakkige emotie? Het antwoord luidt: omdat de mens het leven niet kan begrijpen. Mensen kunnen niet uitleggen hoe ze de wereld ervaren en welke gevoelens ze daarbij hebben. We kiezen daarom zo lang mogelijk voor omschrijvingen die geschreven zijn in de taal die de ontvanger spreekt; de taal van de clichés. Waarmee het weer net is alsof we de wereld allemaal hetzelfde ervaren. Dit is op zijn beurt weer veilig, want stel je toch eens voor dat iemand je even confronteert met een visie op het leven die compleet anders is dan die van jou, die je niet begrijpt en die de relativiteit van je eigen ervaringen benadrukt…
Gelukkig hoeven we niet alle dagen het leven te begrijpen. We kunnen lang met elkaar communiceren door clichés over en weer uit te wisselen. Als de hond van de buren overlijdt dan kunnen we zonder blikken of blozen concluderen dat ´aan alles een einde komt´ en wanneer duizenden kilometers verderop een vulkaanuitbarsting voor veel ellende zorgt, verzekeren we elkaar dat ´moeder natuur onvoorspelbaar is´. Er zijn echter dagen dat ´het einde´ of ´moeder natuur´ aan onze eigen voordeur rammelt. Dezelfde clichés zijn dan ineens niet meer voldoende. Ineens willen we wel een ´echte´ verklaring voor wat ons overkomt. ´Waarom ik?´, of, ´Waarom nu?´, zijn dan veelgestelde vragen waar we geen antwoord op kunnen vinden en die de buitenwereld afdoet met clichés.
Het verschil tussen gebeurtenissen die we af kunnen doen met clichés en gebeurtenissen waarbij we dat niet kunnen, is ´gevoel´. Zodra ons gevoel aangeraakt wordt, wordt onze uniekheid aangeraakt. Gebeurtenissen die ons gevoel raken, zorgen ervoor dat we als mens een klein beetje veranderen. Het zijn ook deze gebeurtenissen die diep in ons geheugen verankerd worden. Onze zintuigen zijn scherper gericht op elementen uit onze omgeving die de herinnering aan deze gebeurtenissen weer oproepen, dan op overige elementen. En iedere keer wanneer een zintuig een sein doorgeeft aan onze hersenen dat de herinnering aan de bewuste gebeurtenis oproept, zijn we ons weer bewust van die verandering en de onmogelijkheid om deze in clichés te vangen.
Het leven is dus geen cliché. De mens is geen cliché. Maar de mens is wel bang voor unieke emoties. Emoties die niet in standaard zinnen te vangen zijn. Emoties die van de mens vragen om eens even heel diep in zichzelf te kijken en te ontdekken wat daar nou echt leeft. We stellen daarom zo lang mogelijk de confrontatie met dit soort emoties uit, te beginnen bij het afschermen van onze eigen emoties van de emoties van anderen door middel van clichés. Er is dus maar één echte conclusie: de mens is een emotionele angsthaas. Bang om geraakt te worden en bang om te veranderen.
Bron: Joyce Walstra copyright Alforto 2004-2005
Datum laatste inhoudelijke wijziging 2 maart 2005