In de wetenschappelijke pikorde staan de sociale wetenschappen vaak onderaan. Echte wetenschappers voeren experimenten uit om hun theorieën te toetsen of bestuderen natuurverschijnselen. Sociale wetenschappers testen hun eigen hypothesen echter zelden systematisch—en erger nog: soms proberen ze hun theorieën direct om te zetten in beleid, zonder feitelijke onderbouwing.
Wat in andere disciplines standaard is, blijft in de sociale wetenschappen een uitzondering. Zo eist de overheid van geneesmiddelenfabrikanten dat zij aantonen dat nieuwe medicijnen veilig en effectief zijn. De geaccepteerde norm hiervoor is een dubbelblinde test, waarin zowel arts als patiënt niet weten welk medicijn wordt verstrekt of ontvangen. Als er geen bestaand medicijn beschikbaar is, krijgt de patiënt een placebo. De patiënten worden willekeurig geselecteerd, zodat eventuele veranderingen alleen aan het nieuwe medicijn kunnen worden toegeschreven. Dubbelblinde tests minimaliseren beïnvloeding van resultaten en moeten bovendien voldoende deelnemers tellen om toeval uit te sluiten.
De strenge normen uit de medische wereld worden in het overheidsbeleid, onderwijs, en sociale of psychologische wetenschappen zelden toegepast. Daar waar testen wél correct zijn uitgevoerd, blijken de resultaten vaak slechter dan die uit studies met minder strikte opzet.
Niet iedereen is overtuigd van het nut van beleid dat op bewijs stoelt. Velen hebben ethische bezwaren. Ze vinden het idee onacceptabel dat de helft van een populatie mogelijk een voordeel van een nieuw initiatief misloopt. Maar het antwoord daarop is simpel: vraag hen om bewijs dat het nieuwe beleid geen schade veroorzaakt.
Twee voorbeelden tonen aan dat goedbedoeld beleid contraproductief kan uitpakken. Wie kan er tegen het halen van een rijbewijs op school zijn? Toch tonen drie afzonderlijke studies onder 15.000 studenten aan dat het aantal verkeersdoden stijgt als jongeren hun rijbewijs via school behalen. De opleidingen leiden niet tot duidelijk betere chauffeurs, maar zorgen ervoor dat jongeren eerder gaan rijden. Meer jonge bestuurders betekent helaas ook meer ongelukken.
Of neem de aanpak om potentiële misdadigers af te schrikken. Jongeren krijgen een rondleiding door een gevangenis, zodat ze de verschrikkingen van het gevangenisleven kunnen ervaren. De gedachte is dat de harde realiteit hen weerhoudt van crimineel gedrag. Klinkt logisch, maar het tegenovergestelde blijkt waar: zeven afzonderlijke studies tonen aan dat deelnemers juist vaker misdaden begaan. Dit schaadt uiteindelijk de hele samenleving.
Nog enkele van dit soort contra-intuïtieve studies, en dubbelblinde proeven krijgen ook in de sociale wetenschappen de plek die ze verdienen.
Zie ook:
Bron:Try it and seeThe Economist March 2nd 2002.
Datum laatste wijziging 2 juni 2020.