De omgeving vormt gedrag op basis genen

Overeenstemming

De discussie over wat het gedrag bepaalt –genen of omgeving- is lang een bitter strijdtoneel geweest. Elke kant was tientallen jaren overtuigd van zijn gelijk en weigert de sterke punten van de andere zijde te zien. Pas in de laatste jaren komen beide kanten bij elkaar en ontstaat een gezamenlijke overeenstemming: de omgeving vormt, vooral op jonge leeftijd, iemands gedrag, maar hoe dat gebeurt, hangt af van iemands genen.

Deze overeenstemming werd nog niet onderbouwd met harde gegevens. Terrie Moffitt en haar collega's van het Instituut van Psychiatry van het King College in Londen toont in het blad Science aan dat de agressiviteit of vredelievendheid van iemand afhangt van de mate van expressie van een gen dat betrokken is bij agressiviteit, samen met de situatie waarin een persoon opgroeit.

Neurotransmitters

synapse Ze kozen MAOA, het gen dat codeert voor een monoamine oxidase-a eiwit. Monoamine oxidase-a is een enzym dat leden van een belangrijke groep neurotransmitters afbreekt. Neurotransmitters zijn de moleculen die de signalen tussen de zenuwcellen overbrengen. Neurotransmitters zijn onder andere dopamine, serotonine en norepinephrine, allemaal stoffen die iemands stemming reguleren.

De bewijzen stapelen zich op dat een tekort aan monoamine oxidase-a (en daarom een verhoogd niveau van deze neurotransmitters) agressief gedrag tot gevolg heeft. Ook is bewijs voorhanden dat langdurige lage niveaus op jonge leeftijd een persoon veel meer dan gemiddeld agressief maakt in elke situatie tijdens zijn volwassenheid, onafhankelijk van de monoamine oxidase-a niveaus dan.

Nederlandse familie

Veel van deze studie is uitgevoerd op muizen, maar er is ook een bekende menselijke studiegroep. Veel mannen uit een goed bestudeerde Nederlandse familie missen het MAOA gen volledig. Deze mannen zijn herhaaldelijk bijzonder gewelddadig. Gelukkig missen weinig mensen het MAOA gen. Wel komt een grote variatie in het “promotor” DNA vlakbij het gen zelf voor. Dit promotorgebied zet het gen aan en uit en beheerst hiermee de hoeveelheid monoamine oxidase-a die wordt gemaakt.

Nieuw Zeelandse studie

In een Nieuw Zeelandse studie van 500 mannen die twintig jaar lang zijn gevolgd vanaf hun geboorte is de neiging tot geweld gemeten op verschillende manieren. Dr. Moffitt groepeerde de resultaten van het promotor gebied in lage en hoge niveaus monoamine oxidase-a. Ze verdeelde ook de mannen in goed en slecht opgevoede kinderen.

De resultaten zijn duidelijk. Slechts 12% van deze groep had zowel mishandelde kinderjaren als een promotor gebied met lage activiteit. Toch veroorzaakte deze groep 44% van alle veroordelingen voor geweld. 85% van deze 12% toonde een vorm van routinematig a-sociaal gedrag.

Genen voor (onderdrukking) geweld

In het geval van MAOA bij mannen hebben de genen en de omgeving een duidelijk effect. Deze resultaten kunnen we op twee manieren uitleggen. Promotorgebieden met lage activiteit kunnen we bezien als “genen voor geweld” die een gewelddadige omgeving nodig hebben om zich te ontwikkelen. Dat is zinvol voor een kind dat in een gewelddadige omgeving opgroeit en als volwassene ook het nodige geweld moet gebruiken. Aan de andere kan kunnen we promotorgebieden met hoge activiteit bezien als “genen voor de onderdrukking van geweld”. Kies naar keuze.

Bron: The Economist, August 3rd 2002: Nurturing nature, The origins of violance.
Datum laatste wijziging 22 oktober 2004


Did you see an error? Mail us. We are grateful to you.

Share on