Is een qwerty-toetsenbord te traag?

Vaak halen mensen het QWERTY-toetsenbord aan als een typisch voorbeeld van een niet optimale marktstandaard. (Bekijk de letters op de tweede rij van uw toetsenbord en u weet waarom de indeling zo heet.) Ze zien het als een voorbeeld van het falen van de markt bij het kiezen van de beste oplossing.

Bij nader onderzoek blijkt dat deze gedachtegang volstrekt uit de lucht is gegrepen. Het voorbeeld zegt meer over de gemakzucht van mensen dan over de eigenschappen van het QWERTY-toetsenbord.

Qwerty De verwarring ontstaat wanneer August Dvorak in 1936 een patent neemt op een andere toetsenbordindeling. Hij claimt dat zijn indeling veel sneller is. Een onderzoek van de United States Navy in 1944 toont aan dat de veertien personen op een Dvorak-toetsenbord sneller waren dan de achttien personen op een QWERTY-toetsenbord. De studie is niet ondertekend—niet verbazingwekkend, want de leider van de testen was August Dvorak. Latere advertenties claimen een 20-40% hogere snelheid.

Onderzoek van de General Services Administration in 1956 toont daarentegen aan dat Dvorak hoogstens 3% sneller is, en dat dit binnen de betrouwbaarheidsmarge ligt. Overigens leidde hertraining van QWERTY-typisten juist tot lagere snelheden.

Bewegingsdeskundigen geven inzicht in dit beperkte voordeel. Om optimale type snelheid te bereiken moet het toetsenbord zo ontworpen zijn dat:
1. De belasting van de linker- en rechterhand gelijk is;
2. De middelste rij toetsen het meest gebruikt wordt;;
3. De handen om en om benut worden en de vingers afwisselend worden ingezet.
Het Dvorak-toetsenbord doet het goed op punt 1 en 2. Het QWERTY-toetsenbord faalt hier: de balans tussen de twee handen is 57%-43%. Verder zitten de meest gebruikte toetsen op de bovenste rij. Maar op punt 3 wint het QWERTY-toetsenbord.

Het QWERTY-toetsenbord is oorspronkelijk zo ontworpen door meneer Sholes, zodat de hamertjes van een typemachine elkaar niet continu raakten. Dit leidde al snel tot een links-rechtsindeling. Eerst slaat de linkerhand een toets aan, het hamertje schiet naar voren, valt weer schuin terug, en daarna slaat de rechterhand een toets aan. De ongebruikte hand kan zich daarbij voorbereiden op de volgende aanslag. Juist het zorgvuldige ontwerp om mechanische problemen te omzeilen, leidt tot een hoge typesnelheid.

Zijn er dan geen toetsenbordindelingen die wél beter zijn? Andere indelingen zijn rond 1900 door onder andere Hall, Caligraph, Crandall, Hammond en Blickensderfer uitgeprobeerd, maar zijn allemaal in de loop der tijd verdwenen. Het QWERTY-toetsenbord was toen nog geen standaard. Alle fabrikanten zochten naar betere ontwerpen om meer machines te verkopen. Hogere typesnelheid en kortere opleidingstijd hadden wel geleid tot hogere verkopen van een alternatief toetsenbord. Dat dit niet is gelukt, toont aan dat het QWERTY-toetsenbord een goed ontwerp is.

Uit de vele ontwerpen komt uiteindelijk de winnaar naar voren. Deze winnaar kiezen we met zijn allen. Dit groepsproces is superieur aan de pogingen van personen om de werkelijkheid te herschrijven voor eigenbelang. Sommige mensen noemen dit groepsproces de markt. En blijkbaar faalt de markt niet.

Bron: The Fable of the Keys geschreven door Stan Liebowitz en Stephan Margolis in The Journal of Law and Economics april 1990.
Datum laatste inhoudelijke wijziging 9 april 1999.

Share on