Ambtenaren formuleren niet in onleesbaar Nederlands vanwege een gebrekkige kennis van de taal, maar als onderdeel van een politieke strategie. Vage formuleringen zijn namelijk heel doeltreffend om beleidsvoorstellen door het politieke strijdgewoel te loodsen.
Janssen heeft zich uitsluitend beziggehouden met de specifieke groep van beleidsambtenaren.
Janssen maakt een onderscheid tussen het zogenaamde strategische en het communicatieve schrijven. Bij het eerste is het niet de bedoeling zaken duidelijk aan de orde te stellen, zoals bij het communicatieve schrijven, maar te zorgen dat er 'rust' in de tent blijft'. Een tactiek die volgens Janssen niet alleen voor de overheid geldt, maar inherent is aan het maken van beleid.
Een wereld waar slechts één doel heilig is: zorgen dat de tekst erdoor komt.
Om dit doel te bereiken, hanteren ambtenaren een scala van wat Janssen 'productstrategieën' noemt. 'Ze' vervagen voorstellen, zodat deze voor meer dan één uitleg vatbaar zijn, en vergroten aldus de beleidsruimte. 'Ze' nemen standpunten naast elkaar op zonder te kiezen, zodat er niemand ongelukkig maar ook niemand echt gelukkig is. Verder worden teksten weggewerkt in bijlagen, zodat de schrijfgroep zelf niet verantwoordelijk is.
Met de hardop-denkmethode toont Janssen bovendien aan dat het hanteren van deze strategieën geen onbewust proces is, maar een bewuste en noodzakelijke keuze. Beleidsschrijvers zijn namelijk knechten van vele meesters. De nota's zijn bestemd voor groeperingen met uiteenlopende belangen, waaraan in één tekst tegemoet moet worden gekomen. Strategisch schrijven is daarom een conditio sine qua non.
Een kleine groep beleidsambtenaren kan zich wellicht achter strategisch schrijven verschuilen, de overgrote meerderheid van de ambtenaren heeft een dienstverlenende functie. Zij hebben de plicht het publiek ondubbelzinnig duidelijk maken hoe het zit met de handel en wandel van de overheid.
Van der Mast, die 5 maart 1999 promoveerde op een onderzoek van teksten van ambtenaren van de provincie Utrecht, vindt ambtenaren regelrechte woordkunstenaars. Een ambtenaar moet volgens hem sterk met woorden goochelen voordat alle betrokken zich in de tekst kunnen vinden. Dat nota's vol moeilijke zinnen zitten en heel dik zijn, doet volgens hem niets af aan de doeltreffendheid. 'De mensen voor wie de nota's zijn bestemd, hebben geen problemen met het taalgebruik. Alleen voor buitenstaanders is het moeilijk te doorgronden.
Bron: STRATEGISCHE PENNETJES door Peter Zuijdgeest Intermediare 28-8-192 bespreking:
DANIEL M.L. JANSSEN, schrijven aan beleidsnota's. Schrijfprocessen van beleidsambtenaren
empirisch-kwalitatief onderzocht, Groningen, Wolters Noordhoff, 416 pagina's, F65,- ISBN
9001431739.
Ambtenaren blijken toch taal virtuozen, De Volkskrant maandag 8 maart 1999. Datum
laatste inhoudelijke wijziging 10 maart 1999.