In het reductionisme delen we de wereld op in kleinere stukjes. Uiteindelijk bestaat alle materie uit elementaire deeltjes zoals quarks, leptonen en gluonen. In het holisme verklaren we de eigenschappen vanuit een geheel systeem. Het geheel is meer dan de som der delen.
Door een verschil te maken tussen waarnemen en beïnvloeden is een helder antwoord te geven op de vraag welke benaderingswijze de juiste is.
Bij het waarnemen kijken we naar steeds meer details. We zien de zon schijnen en vragen ons af waardoor de zon licht geeft. Via een uitgebreide redenering, verklaren we uiteindelijk de werking van de zon door de vier fundamentele natuurkrachten: elektromagnetische kracht, sterke kernkracht, zwakke kernkracht en zwaartekracht. Vanuit de fundamentele natuurkrachten redeneren we zelfs terug naar de oerknal. We kunnen ook nog afleiden dat de theorieën die we toepassen niet volledig correct zijn, maar dat betere alternatieven niet beschikbaar zijn. Zolang we de waardoor-vraag beantwoorden, is reductionisme een juiste aanpak, omdat het antwoord op de vraag «waardoor» deterministisch is. Het antwoord is uiteindelijk af te leiden van de fundamentele natuurkrachten.
Dit ligt anders voor het antwoord op de vraag waarom. De waarom-vraag stellen we bij levensvormen die zelf een doel kunnen kiezen c.q. kunnen bewegen. Het doel is een vrije keus. We kiezen zelf of we voor of achter een boom gaan staan. Of in de boom klimmen. Door acties op elkaar aan te sluiten komen we bij het doel. De waarom-vraag is niet deterministisch van aard. Een mens heeft (binnen grenzen) een vrije wil en kan zelf de positie in een ruimte kiezen.
De antwoorden op de waardoor- en waarom-vragen kennen tegengestelde oplossingsrichtingen. De waardoor-vraag kijkt naar steeds kleinere elementen, zodat we de reacties beter voorspellen. De waarom-vraag kijkt naar steeds grotere eenheden, omdat de grootste beïnvloeder het meest het gedrag bepaalt. Pas in tweede instantie zijn de details belangrijk. Eerst kijken we of we in de boom gaan klimmen. Pas daarna komt de vraag hoe we dat kunnen doen.
We hebben hiermee twee kijkrichtingen. We kunnen waarnemen en in steeds meer details kijken naar vormen, gebeurtenissen en verbanden. We kunnen ook kijken naar het beïnvloeden van de wereld. Dan staat het doel voorop en zijn de details ondergeschikt. Voor beide kijkrichtingen gelden andere regels. Bij de waardoor-vraag gelden de Wetten van Waarneming. Bij de waarom-vraag gelden de Wetten van Beïnvloeding. Gemeenschappelijke kenmerken bij waarnemen en aansluitende knooppunten bij beïnvloeden zijn twee verschillende denkkaders die we niet zomaar mogen mixen.
Hiermee kunnen we een einde maken aan de eeuwige discussie over reductionisme en holisme. Beide vullen elkaar aan en beantwoorden elk een andere vraag. De vraag of we het menselijk denken en handelen kunnen verklaren vanuit elementaire deeltjes alleen is dus nee. Mensen hebben binnen grenzen de vrijheid om zelf een doel te kiezen. Dit is niet af te leiden uit de elementaire deeltjes, omdat gedrag een antwoord is op de waarom-vraag, niet op de waardoor-vraag.
Arjen Meijer
30 september 2022
Leestip: Het Alforto-raamwerk, editie 2024.