Gedrag verklaren we op veel verschillende manieren, zonder dat we overeenstemming hebben over de eisen waaraan de uitleg moet voldoen. Hierdoor zijn vele theorieën niet meer dan een slag in de lucht. Door een redenatie met een begin- en eindpunt op te zetten, ontvouwt het Alforto-raamwerk een denkwijze die verankerd en toetsbaar is. Het is een stap voorwaarts in de gefundeerde uitleg van menselijk gedrag.
We hebben een brein gekregen om ergens naartoe te bewegen. Waar we naartoe bewegen, noemen we ons doel. Soms willen we appels uit een boom plukken, soms verbergen we ons achter een boom. We voorspellen hoe we het doel kunnen bereiken en zetten dit om in acties. Het doel is hierdoor het startpunt van ons denken. Zonder keuze van een doel hebben onze hersenen geen nut. Een lichaam kan prima werkinstructies uitvoeren, zoals planten dit doen, maar heeft het brein nodig om een richting te kiezen.
Elke situatie is net even anders, maar vele situaties herhalen zich in hoofdlijnen voortdurend. In gelijkwaardige situaties gedragen we ons daarom op dezelfde manier. We streven hetzelfde doel na op dezelfde wijze en voorspellen we dat de standaardacties tot succes leiden.
Verandert de situatie ingrijpend, dan verandert meestal ook ons doel. We dineren in Parijs en terroristen komen schietend ons restaurant binnen. Ons doel wijzigt van lekker eten, naar overleven. Uit dit voorbeeld blijkt bovendien dat we niet één doel, maar meerdere doelen tegelijkertijd nastreven. De situatie bepaalt welk doel op een moment voorrang krijgt.
Welke acties we uitvoeren, leiden we af van het doel met de hoogste prioriteit. We zetten stappen richting het belangrijkste doel. In het voorbeeld is in leven blijven belangrijker dan lekker eten.
Omdat we leven in groepen, heeft ieder mens ingebouwde doelen meegekregen: een gezond lichaam hebben (Lichaam), samenwerken met elkaar, zeker bij tegenspoed en gevaar (Samenwerking), een gewaardeerde rol in de groep spelen (Status), van belang zijn in de toekomst (Identiteit) en onderbouwde beslissingen nemen (Kennis). Deze persoonlijke ambities sturen ons gedrag.
Emoties ontstaan als de voorspelling over het bereiken van de belangrijkste ambities afwijkt van de werkelijkheid. Iedereen kiest in deze doelen een eigen rangorde en heeft daardoor emoties op andere momenten in andere situaties.
De ambities projecteren we op onze groepsleden. We verwachten dat anderen voldoen aan de groepsmotieven: we gaan door (Bestaan), we zetten met elkaar de schouders eronder (Samenhang), we streven naar meer succes (Voorspoed), we volharden bij tegenslag (Veerkracht) en we kiezen het beste voor de gehele groep op lange termijn (Wijsheid).
Elke groep kiest, afhankelijk van de situatie, zijn eigen rangorde in de groepsmotieven. De groepsmotieven krijgen in elke cultuur een andere vorm, maar de opbouw is over de gehele wereld gelijk.
Tegenstrijdige motieven, aangeduid met de groene lijnen, lokken emoties uit.
In elke leeftijdsfase veranderen de persoonlijke ambities, terwijl de groepsmotieven meestal gelijk blijven. Hierdoor botsen de prioriteiten en ontstaat wrijving tussen de personen in de groep. Deze botsing is goed te reguleren door inzicht te hebben in de achterliggende beweegredenen.
Onze doelen bereiken we door goede routes te kiezen en de vereiste acties op elkaar aan te sluiten. Ontbreekt een doel dan bestaan ook routes niet en komen we niet in actie.
We kiezen onze routes op drie manieren: in een vaste volgorde (stappenplan), te reageren op voorvallen (gebeurtenisgedreven) en door alternatieve wegen op te sporen (routezoekend). Elk volgend besturingsmechanisme geeft meer vrijheid om routes naar het doel te vinden en uit te voeren, maar is ook moeilijker om uit te voeren.
Onze acties hebben gevolgen voor onszelf en voor anderen. Anderen reageren op onze acties en wij weer op hun acties. Dit schept voortdurend nieuwe situaties, waardoor andere doelen voorrang krijgen en andere acties volgen.
In een situatie kijken we vanuit ons gekozen oogmerk naar de werkelijkheid. Daardoor bepaalt het oogmerk waarop we letten welke doorslaggevende kenmerken van voorwerpen en personen we belangrijk vinden. Een boswachter kijkt anders naar de bomen in het bos dan een meubelmaker.
We vereenvoudigen onze waarnemingen door vormen, gebeurtenissen (tijd, plaats plus aantallen) en verbanden te onderkennen.
We hebben een voorkeur voor de volgorde waarin we kijken naar vormen, gebeurtenissen en verbanden. Waarnemen start voor de een met vormen, voor een ander met gebeurtenissen en voor een derde met verbanden. Eenieder heeft gelijk vanuit het eigen oogmerk, maar vindt dat de ander het niet goed ziet. Dit is een bron van vele problemen.
De wereld is veelzijdig en ingewikkeld. Om helder en gemakkelijk te kunnen denken vereenvoudigen we de wereld door onafhankelijk kennisfactoren te onderscheiden. We onderscheiden vijf kennisfactoren: persoon, doel, acties, waarnemen en communiceren. Een persoon kiest een doel en voert acties uit om dit doel te bereiken en neemt waar om bij te sturen. Met symbolen en woorden communiceert een persoon met andere personen.
Elke kennisfactor is als een ballon die op te blazen is en bestaat uit vele kleinere, opgesloten ballonnen. Waarnemen bestaat bijvoorbeeld uit de deelballonnen vormen, gebeurtenissen en verbanden.
We leren de ballonnen stap voor stap op te blazen en te vullen met deelballonnen. Hiervoor is onderwijs nodig. We vullen niet uit onszelf alle kennisballonnen.
De wetenschap stelt twee eisen aan de geldigheid van uitspraken: 1) het doen van een correcte voorspelling ontleend aan een theorie en 2) het eenduidig waarnemen van de voorspelling.
Deze standaardeisen zijn te beperkt voor een gedegen uitleg van gedrag. In de wetenschap moeten we een fundamenteel verschil maken tussen waarnemen (natuurkunde, …) en acties (gedrag). Ook het beschrijven van het doel van een persoon in een situatie is vereist om gedrag correct uit te leggen. Alleen de persoon zelf bepaalt of hij voor of achter een boom gaat staan. Acties van personen stellen veel meer eisen aan uitleg dan waarnemen alleen, omdat acties binnen grenzen vrije keuzes zijn.
Het uitleggen van gedrag vereist minimaal het beschrijven van de situatie, de gekozen doelen, de acties en de bijbehorende waarnemingen. Gedrag is niet te verklaren door algemeenheden, los van de situatie. De vraag «Krijg je je energie uit de interactie met de wereld om je heen?» leg je anders uit op zaterdagavond met je vrienden dan op maandagochtend met je baas.
Acties en waarnemingen kennen beide andere geldigheidsregels. De hoofdregel bij acties is dat ze op elkaar aansluiten (↔). Bij waarnemingen classificeren we door gemeenschappelijke kenmerken samen te vatten (↕).
De eisen aan de uitleg van gedrag zijn volledig uitgewerkt in het Alforto-raamwerk met onder meer de Wetten van Waarneming, Wetten van Beïnvloeding en Eisen aan gedragstheorieën.
Tot nu toe vindt geen opeenstapeling van begrip plaats in het kennisdomein Gedrag (psychologie, sociologie, ...) door het ontbreken van correcte geldigheidseisen.
Door wel de juiste wetenschappelijke eisen in acht te nemen, ontstaat een stevig bouwwerk dat gedrag vergaand verklaart. Een honderd procent verklaring is niet mogelijk, omdat personen op elk moment hun gedrag kunnen aanpassen.
Het Alforto-raamwerk benadert gedrag vanuit het doel van een persoon in een situatie. Hierdoor kijken we op een stevig onderbouwde en betere manier naar menselijke gedrag.
Maatschappelijke ontwikkelingen zijn veel eenvoudiger te verklaren met het Alforto-raamwerk. In het boek «Het Alforto-raamwerk, editie 2024» komen talrijke voorbeelden aan de orde. Bijvoorbeeld Mensen met autismespectrumstoornissen
Door het gedrag te factoriseren in persoon, doel, actie, waarneming en communicatie krijgen we meer inzicht in het leerproces.
De geldigheidseisen geven veel steun om de correctheid van de leerboeken en proefschriften in het kennisdomein Gedrag te toetsen .
Het Alforto-raamwerk geeft houvast om op een effectieve manier personen, teams en organisaties vooruit te helpen en hun doel te laten behalen.
Door acties en waarnemingen van elkaar te onderscheiden, wordt de basis gelegd om op nieuwe manieren naar veranderingstrajecten te kijken. Zie ook Waarom is verandermanagement pseudowetenschap?
Met op maat gemaakte vragenlijsten krijgen we inzicht in de denkwijze van personen. Zie Profielen met enkele algemene voorbeelden.
Met het denkpatroon Productief denken geven we personen een stevig kader om correct te denken.
Door de regels waaraan de uitleg van gedrag moet voldoen uit te breiden, onderscheiden we beter het kaf van het koren. Het verzamelen, analyseren en interpreteren van gegevens zonder onderbouwing van de kennisfactoren voegt niets toe aan onze wetenschappelijke kennis.
We nodigen critici uit om bij te dragen aan de vooruitgang van de wetenschap door onderbouwde kritiek te leveren en de Durf te denken prijs te winnen.
Arjen Meijer
27 oktober 2022
Laatste wijziging 25 juli 2023
Leestip: Het Alforto-raamwerk, editie 2024.