16 Kennisballon: Communicatie

Lees eerst de webpagina Het Alforto-raamwerk in vogelvlucht om dit hoofdstuk van het nog te publiceren boek Het Alforto-raamwerk: Leren beter te begrijpen.

Persoon Dij + Stappenplan Gebeurtenis- gedreven Routezoekend Beïnvloeden Waarnemen Doel Wijsheid Veerkracht Bestaan Motieven Ambities B C ... Kennis Identiteit Samen- werking Status Lichaam Tijd Gebeurtenissen Plaats Vormen Verbanden Wijsheid Veer- kracht Voor- spoed Samen- hang Ik Gij Wij Materiële situatie Aantal
Afbeelding 1: Kennisfactoren

We hebben geen kennisballon voor communicatie afgebeeld op de omslag van dit boek, Afbeelding 1, maar taal en symbolen komen wel voor in Afbeelding 2.

Wij Ik Doelen Waarnemings- voorkeuren Besturings- voorkeuren Abstracties (Vereenvoudigingen) Vormen Gebeurtenissen A A Verbanden Taal Symbolen Abstract Abstract Concreet Concreet Nu Toekomst Verleden Kennisdomeinen
Afbeelding 2: Ontledingsprocessen

Waarom ontbreekt de kennisballon Communicatie op de omslag? Taal is een vereenvoudigingslaag bovenop de opdeling van de werkelijkheid. Het is een extra laag die inzicht vereist in de vier andere kennisballonnen. Zonder begrip van de werkelijkheid is taal een nietszeggende of onbegrepen toverformule. Eerst begrijpen we de wereld, daarna verspreiden we onze kennis naar anderen met symbolen, taal en formules.

Als we uitgaan van de leertheorie van Piaget dan gaat waarneming en het plaatsen hiervan in de beschouwingshiërarchie vooraf aan het onder woorden brengen van begrippen. Dat betekent dat ontdekken, begrijpen en voorspellen belangrijker is dan woordvorming. Woordvorming en daarmee taal komt na begrip. Hersenonderzoek onderbouwt dat abstract, complex redeneren los staat van natuurlijke taal in het volwassen brein.16-1John Philip Coetzee, Micah A. Johnson, Allan D. Wu, Marco Iacoboni, Martin Monti 2018 Dissociating Language and Thought in Human Reasoning Begrip gaat vooraf aan communicatie. Dat is eigenlijk logisch. Uitleggen dat de simkaart in de linker lade ligt, heeft geen betekenis voor een luisteraar als die niet weet wat een simkaart is.

Taal als uitgangspunt nemen en van daaruit verder redeneren, leidt niet tot bevredigende antwoorden bij het ontleden van kennis, omdat taal een extra vereenvoudigingslaag is boven op het feitelijk begrip. Woorden verhelderen alleen als de onderliggende ideeën worden begrepen. Woorden vatten concepten samen en bieden geen inzicht in de samenstellende elementen ervan. Het kiezen van woorden, ook wel benoemen genoemd, komt in de leerfasen van Jean Piaget daarom pas op de vierde plaats na ontdekken, begrijpen en voorspellen. We begrijpen eerst en pas daarna gebruiken we woorden. Vanuit alleen woorden begrip ontwikkelen is bijzonder lastig. Hebt u wel eens een handleiding gelezen, die u begreep voordat u oefende met het nieuwe apparaat? IKEA-handleidingen laten niet voor niets vooral tekeningen zien! Taal verdoezelt begrip en geeft geen inzicht in de onderliggende bouwstenen. Daarom laten we taal voor wat het is: een aanduiding die we begrijpen nadat we een concept begrijpen. We slaan de taaltheorie als verklaringsbron over.

Taal

Alle zinnen in dit document zijn eenvoudig en toch duizelt het de lezer. De lezer kan de eerste keer geen verband aanbrengen tussen alle zinnen, alinea’s en hoofdstukken, waardoor de diepere betekenis de lezer ontgaat. Pas bij een tweede lezing wordt de volledige strekking van de tekst duidelijk.

Taal compliceert het leren geweldig. Taal slaat fasen ontdekken, begrijpen, voorspellen in het leerproces over door te starten met het benoemen van beschouwingseenheden. Het veronderstelt dat de lezer hierna de betekenis van de tekst ontdekt, begrijpt en voorspelt. Dat is in het begin nooit het geval. Teksten over nieuwe kennis zijn daardoor in het begin ondoorgrondelijk. Pas na uitleg krijgen de woorden betekenis en wordt duidelijk wat de bedoeling van de schrijver is. De doorslaggevende kenmerken komen door de uitleg op het netvlies waardoor de tekst een strekking krijgt.

Als de schrijver het ook niet precies weet, dan verandert taal vaak in een puzzeltocht voor de lezers. De auteurs komen dan niet verder dan verwoordingen op een betekenisloos niveau, zoals: “een concept is een mentale weergave van de betekenis van een taalkundige uitdrukking.” Hier kunnen we niets mee. Wat is een weergave van een betekenis? Een vorm? Een tekening? Een beeld? Of gewoon wat we zelf denken dat het is? Dit soort definities verduidelijken niets en bakenen ook niets af. Het lijkt intelligent, maar is het niet. We kunnen er niets mee en het maskeert het onbegrip van de schrijver.

Een alternatief voor het verbergen van onvermogen of gebrek aan nieuws is het gebruik van modewoorden en irritante vaktaal.16-2Zie ook The reasons behind management gobbledygook The Economist 31 juli 2021 Als het moeilijk om te beschrijven is en de leiding het ook niet echt weet, dan vluchten organisaties in algemene termen die altijd geldig zijn. Het bedrijf gaat niet meer verkopen met minder kosten, maar vervult een belangrijke rol in het verbeteren van de teamgeest en de waardecreatie voor de klanten. Dat klinkt indrukwekkend, maar is het niet. Wie wil er niet beter met elkaar samenwerken, de teamgeest verbeteren en goede oplossingen voor de klant bedenken? Het is overbodige vulling van tijd met woorden die niets bijdragen aan het gewenste resultaat. Grote visioenen over hoe mooi de wereld kan zijn, zijn gemakkelijker te formuleren dan de specifieke actie die we morgen gaan uitvoeren. Actie vereist praktisch inzicht dat in hogere managementlagen vaak ontbreekt.

Klare taal is van belang, omdat het voortdurende gebruik van obscure woorden en zinsneden een teken is dat de spreker niet helder denkt. Mensen die de details echt beheersen, kunnen zaken op een begrijpbare manier uitleggen. Praten in algemeenheden met holle woorden, verbergt de onkunde van de spreker en vergroot het onbegrip van de luisteraars.

16.1 Twee systemen combineren

De abstractiewetten vatten de doorslaggevende kenmerken van beschouwingseenheden samen in een begrippenpiramide. Deze wetten zijn logisch, liggen min of meer voor de hand en zijn op twee handen te tellen.

Voor taal liggen de zaken geheel anders. Talen kennen regels, maar nog meer uitzonderingen. Het is een ratjetoe aan afspraken die historistisch gegroeid zijn. Taal is een chaotisch systeem dat niet voldoet aan de Wetten van Waarneming en Wetten van Beïnvloeding. Het helpt niet dat elke taal ook nog een eigen structuur toepast met een unieke combinatie van woordbetekenis, klank, woordstructuur, zinsopbouw en bedoelde boodschap. Om meerdere talen te beheersen moeten we de specifieke begrippen en regels van elke taal kennen en die omzetten in een begrijpbaar beeld. We moeten bijvoorbeeld huis, hûs of house als naam voor een woning herkennen. Voor eenvoudige woorden is dit geen probleem, maar voor kleine betekenisverschillen is het vrijwel ondoenlijk. Kent u het verschil tussen dude, pal, guy, bro, lad, mate en buddy?

De uitdaging voor een persoon is om tegelijkertijd de abstractie- en taalregels te beheersen. De taal decoderen en omzetten in een correcte begripopbouw vereist echter zoveel kennis en denkkracht dat het bijna ondoenlijk is. Begrip opbouw door lezen alleen, vereist zoveel extra denklagen dat dit is voorbehouden aan een beperkte groep begenadigde personen (in een vakgebied).

Woordanalyse

Vele onderzoeken analyseren het gebruik van woorden en trekken daar conclusies uit. De betekenis van de woorden is echter afhankelijk van de waarnemer en de gekozen doelstelling. Hierdoor krijgen woorden een andere betekenis en zijn ze niet zonder meer te vergelijken met elkaar. Het buiten beschouwing laten van de waarnemer en de doelstelling leidt daardoor tot nietszeggende en soms ronduit foutieve conclusies. De filosoof Ludwig Wittgenstein concludeerde in zijn latere leven niet voor niets dat taal te complex is om de wereld in een een-op-eenverhouding te beschrijven. Vanuit deze vaststelling kunnen we afleiden dat taal als startpunt voor een onderzoek gedoemd is te mislukken.

De meeste mensen leren de wereld te ontdekken, begrijpen, voorspellen en pas daarna te benoemen. De omgekeerde volgorde is bijna niet mogelijk. We kunnen de fasen ontdekken, begrijpen en voorspellen overslaan door een tekst uit het hoofd te leren. Op school is dit een bijzonder succesvolle werkwijze. Door gewoon te herhalen wat in een boek staat, maskeert een goed geheugen het onbegrip. Studenten met een goed geheugen en voldoende tijdbesteding kunnen hoge cijfers krijgen zonder de achterliggende betekenis te begrijpen. In praktijk straft het ontbreken van begrip zich echter onmiddellijk af. Elke situatie vereist een net iets andere insteek om snel tot een goed resultaat te komen. Het citeren van boekenwijsheid is daardoor in praktijk een bewijs van onvermogen. Toch komen we er vaak mee weg. Goede redenaars komen over als deskundig. Goed kunnen presenteren in groepen krijgt daarom veel aandacht op scholen. Een goed geheugen helpt daarbij geweldig, zoals Cicero al zei. Als het ontdekken, begrijpen en voorspellen hierdoor naar de achtergrond verdwijnt of helemaal geen plaats krijgt, dan is onderwijs alleen een voorschrift hoe het moet of hoort. Het beloont een goed geheugen en bestraft inzicht. En dat is dodelijk voor het resultaat in de praktijk.

Begrijpen we de gebezigde taal, dan zijn woorden wel een handig middel om snel kennis over te brengen. Als een lezer de betekenis van de taal begrijpt en het decoderen van de letters, woorden en zinnen zonder aandacht uitvoert, dan is lezen de snelste manier om informatie op te doen. Snellezen is de overtreffende trap van dit geautomatiseerde lezen. Snellezers slaan grote delen van een zin over zonder dat de betekenis hen ontgaat. Zinsconstructies lijken veel op elkaar en dwingen bepaalde woorden af. De huis komt niet voor, alleen het of een huis. De lidwoorden hoeven we dus niet te lezen. We kunnen deze woorden zelf invullen. Hoe beter de materie bekend is, hoe sneller we de tekst kunnen lezen, omdat we de zinsopbouw goed kunnen voorspellen. Snellezers letten dan alleen op de kernwoorden. Gaat de aandacht van de lezer daarentegen uit naar het ontcijferen van de tekst zelf, dan blijft er (te) weinig denkkracht over om de inhoud van de tekst volledig tot zich te nemen. Naar schatting een op de acht mensen in Nederland is als eerste bezig met het ontsleutelen van de tekst in plaats van de inhoud. We noemen dit laaggeletterdheid. Dyslexie is hiervan de overtreffende trap. Het is onbekend waarom laaggeletterden niet geautomatiseerd kunnen lezen. Door de informatie niet aan te bieden in tekstvorm en de nadruk te leggen op inzicht en begrip is deze groep ook goed op te leiden. Vergelijk het pianospelen met en zonder het lezen van de notenbalk. Beide vullen elkaar prima aan, maar noten kunnen lezen is niet een vereiste om te kunnen pianospelen of te componeren, zoals Paul McCartney van de The Beatles helder aantoont. Taal staat los van het inzicht in de externe wereld, het afleiden van bedoelingen, het begrijpen van pictogrammen en formules, en nadoen van anderen. Taal ontwikkelt zich los van deze vaardigheden. Taal is maar een van de vele mogelijkheden om informatie over te brengen.

16.2 Situatie en oogmerk vereist

Waarom zijn woorden en zinnen zo moeilijk om te zetten in heldere gedachten? Woorden ontleden hun betekenis aan de specifieke situatie, de personen daarin en het doel dat ze voor ogen hebben. Elke waarneming is afhankelijk van het doel. Voor een boswachter is een boom een broedplaats voor een zeldzame vogel. Voor een meubelmaker is de boom grondstof voor mooie planken. Beiden noemen het een boom, maar de eigenschappen die ze de boom toedichten, verschillen als dag en nacht. Woorden die de een gebruikt, zijn voor de ander abacadabra. Het verschil in doel zorgt voor andere woorden en betekenissen. Begrijpen we dit doel niet, dan begrijpen we de woorden ook niet goed.

Het verschil in situatie en doel maakt dat alle woorden abstract, een vereenvoudiging, zijn. Horen de wortels bij de boom? Voor de boswachter wel, voor de meubelmaker niet. Die kan alleen iets doen met de stam. Voor hem is een boom de stam met takken, niet met wortels. Het verschil tussen concreet en abstract in de literatuur is de identificeerbare en duidelijk waarneembare grens die tastbare voorwerpen hebben. Een hond is een concreet begrip, vrijheid is een abstract begrip. Hierbij slaan we echter de invloed van de situatie en het doel over. De boswachter geeft een boom andere kenmerken dan de meubelmaker. Zelfs tastbare voorwerpen zijn daardoor abstract; ze hebben eigen kenmerken in specifieke situaties en doelen.

De moeilijkheid bij het uitleggen van woorden is het zich verplaatsen in de situatie en het ontdekken van het gezichtspunt van de schrijver. Pas daarna krijgen de woorden een exacte betekenis en zijn het niet puzzeltjes. Om hiervoor gevoel te krijgen, leest u een handleiding van een nieuw apparaat. De woorden in de handleiding krijgen pas betekenis na oefening met het apparaat. O, bedoelen ze dat!

De invloed van de situatie bij het begrijpen van ideeën is goed bekend. Situationele kennis speelt een sleutelrol in het begrijpen van abstracte concepten.3Anna M. Borghi, Ferdinand Binkofski, Cristiano Castelfranchi, Felice Cimatti, Claudia Scorolli, Luca Tummolini (2017) The Challenge of Abstract Concepts in Psychological Bulletin 2017, Vol. 143, No. 3, 263–292 Abstracties gebruiken dezelfde waarnemings-, motorische en emotionele processen als tastbare voorwerpen. Toch laten we situaties en het doel hierin bijna altijd buiten beschouwing. Het is niet verwonderlijk dat allerlei theorieën die proberen abstracties te verklaren, zoals Affective Embodiment Account (AEA), Conceptual Metaphor View (CMT), Language and Situatied Simulation (LASS), Representational pluralisme (Dove) en Word as social Tools (WAT), niet overtuigen.16-4Lisa King (2013) The importance of situational information for abstract concepts (Doctoral Dissertation). University of Western Ontario, Abstracte ideeën zijn daarom onderwerp van intens debat. Een van de discussiepunten is het startpunt. Vele onderzoekers leggen abstracte concepten uit door te kijken naar relaties tussen woorden bij abstracte en concrete concepten. In de echte wereld speelt echter situationele kennis een sleutelrol in het begrijpen van abstracte concepten.16-5Lisa King (2013) The importance of situational information for abstract concepts (Doctoral Dissertation). University of Western Ontario, We onderkennen dit helaas onvoldoende in het onderwijs.

Abstract denken is het vereenvoudigen van de wereld door onafhankelijke, meebepalende delen te onderscheiden, eenmalig te onthouden en meermalig toe te passen. We groeperen de onafhankelijke delen in vier kennisballonnen – persoon, doel, beïnvloeden en waarnemen – die in elke redenatie een plaats horen te krijgen. We vereenvoudigen altijd de werkelijkheid. Zelfs als we een fotografisch geheugen hebben, herkennen we altijd een herhaling, bijvoorbeeld een dag. Herhaling herkennen is al vereenvoudigen. Denken is daardoor altijd abstract, een vereenvoudiging van de werkelijkheid, gezien vanuit het gekozen gezichtspunt.

Taal is een apart duidingssysteem bovenop begrip en kent eigen regels die het onderliggende abstracte denken verbergen. Taal kan daarom geen uitgangspunt zijn van abstract denken; het is het resultaat.

16.3 Opdelen en combineren

Om abstract te denken gaan we zowel opdelen als combineren. Laten we beginnen met opdelen (= segmentatie). Dit is het in stukken delen van een beschouwingseenheid, bijvoorbeeld een leren bal bestaat uit een leren buitenbal en kunststof binnenbal. Hierna voegen we de kenmerken plaats, tijd en aantal bij om gebeurtenissen te beschrijven: Gisteren pompten we 10 voetballen op het trainingsveld op. Daarna voegen we de invloed van krachten op meerdere beschouwingseenheden toe. Bijvoorbeeld Simon ging op een voetbal staan en die scheurde door de druk meteen. We merken het verband op tussen het gewicht van Simon en het scheuren van de bal. We delen vormen, gebeurtenissen en verbanden automatisch op en plaatsen de delen spontaan in hiërarchisch georganiseerde informatieverzamelingen.16-6Jeffrey M. Zacksi and Khena M. Swallow (2012) Event segmentation, Curr Dir Psychol Sci. 2007 Apr; 16(2): 80–84. Onze kennis vergroten we ons gehele leven steeds verder: baby's kunnen continue activiteiten onderverdelen in afzonderlijke gebeurtenissen16-7K. Wynn (1996) Infants’ individuation and enumeration of actions. Psychol. Sci. 7, 164–169 (1996), kinderen kennen de delen van gewone gebeurtenissen zoals naar school gaan of naar een verjaardagsfeestje16-8Nelson, K. & Gruendel, J. in Event Knowledge: Structure and Function in Development (ed. Nelson, K.) 21–46 (Lawrence Erlbaum Associates, Hillsdale, New Jersey, 1986), en volwassenen gebruiken kennis van de structuur van gebeurtenissen bij het lezen, onthouden en plannen.16-9acks, J. M. & Tversky, B. Event structure in perception and conception. Psychol. Bull. 127, 3–21 (2001) Personen kunnen doorlopende activiteiten op verzoek opdelen. De resulterende segmentatie is betrouwbaar en gebaseerd op kenmerken van de waarneming.16-10Newtson,D., Engquist, G. & Bois, J. The objective basis of behavior units. J. Pers. Soc. Psychol. 35, 847–862 (1977). Deze opdeling voorspelt goed het latere geheugen.16-11Newtson, D. & Engquist, G. The perceptual organization of ongoing behavior. J. Exp. Soc. Psychol. 12, 436–450 (1976). 16-12Avrahami, J. & Kareev, Y. The emergence of events. Cognition 53, 239–261 (1994). We plaatsen gebeurtenissen in een hiërarchische structuur van grote naar kleine tijdvakken.16-13Jeff Zacks, Barbara Tversky, and Gowri Iyer 2001 Perceiving, remembering, and communicating structure in events. J. Exp. Psychol. Gen. 130, 29–58 (2001). We hebben dit samengevat in de waarnemen-kennisballon. De opdelingen starten zowel vanuit waarnemingen als vanuit de doelen van de acteurs en hun acties. Hoe mensen activiteiten opdelen, beïnvloedt wat ze zich later herinneren.16-14Jeffrey M Zacks 1 , Khena M Swallow Event Segmentation Curr Dir Psychol Sci. 2007 Apr;16(2):80-84 Het vaststellen van de juiste grenzen, maakt het onthouden en leren gemakkelijker. Goed leren opdelen staat daardoor aan de basis van goed onderwijs en een goed woordbegrip.

Leren redeneren

We starten te redeneren vanuit het doel en de vragen die we gaan beantwoorden. Hieruit leiden we de beschouwingslaag af met de doorslaggevende kenmerken. Elk doel kan leiden tot andere kenmerken. Kiezen we de verkeerde kenmerken dan is het antwoord fout.

Naast het opdelen is ook het samenstellen van routes door delen met elkaar te verbinden belangrijk. We hebben dit nodig bij het actief beïnvloeden van de wereld. We beginnen met stappen achter elkaar uit te voeren, daarna reageren we op gebeurtenissen en als laatste bedenken we nieuwe vormen en nieuwe routes. We hebben dit samengevat in de beïnvloeden-kennisballon.

16.4 Ontleden van teksten

Het omzetten van verhalen in begrippen van de vier onderliggende kennisballonnen is een kunst op zich. Het begrijpen van de geschetste situatie begint met het omzetten van de woorden en symbolen in begrijpbare voorwerpen en personen. Neem bijvoorbeeld de verhaalsommen op de basisschool. Er zitten 4 personen in de bus, 3 passagiers stappen in en 2 lieden stappen eruit, hoeveel mensen zitten nu in de bus?

Kunnen uw kennissen rekenen?

Vraag hoeveel twee gedeeld door een half is (=4). Vraag vervolgens hoeveel stukken we krijgen als we twee pizza’s elk verdelen in twee stukken (=4). Wat voor cijfer krijgen ze als ze op de eerste vraag één antwoordden en vier op de tweede vraag? Krijgen ze als cijfer een 1 en een 10, gemiddeld een 5,5, afgerond een 6 en zijn ze geslaagd? Is de conclusie nu dat ze wel of niet kunnen rekenen? Of begrepen ze eenvoudig weg de eerste vraag niet?

Het probleem in deze bus-som zijn de andere woorden voor dezelfde teleenheid. Personen, passagiers en lieden zijn allemaal mensen van vlees en bloed. We noemen de mensen anders, maar ze zijn hetzelfde. Onderkennen we dit niet, dan richten we onze aandacht niet op de echte vraag, de rekensom: 4+3-2=5. De verhalen worden dan een doolhof zonder kop en start. Het maken van deze rekensom vereist niet zo zeer rekenvaardigheden, als wel taalvaardigheden. En de taalvaardigheden staan en vallen met begrip van de kennisballonnen en de hiërarchische opbouw hierin. Weten in welke beschouwingslaag het verhaal zich afspeelt, gecombineerd met andere woorden voor vergelijkbare begrippen. Het vak ‘beschouwingslagen herkennen’ bestaat echter niet, alleen rekenen. Leerlingen die uitstekend kunnen rekenen, maar niet de gebruikte woorden begrijpen, krijgen hierdoor ten onrechte een slecht cijfer voor het vak rekenen. Door de kennisballonnen te onderscheiden en de hiërarchieën hierin te onderwijzen, kunnen we deze leerlingen meer inzicht geven.

De verhaalsommen op de basisschool verschillen in opzet nauwelijks van de situatiebeschrijvingen op de universiteit. De situatie is uitgebreider en de bijbehorende vraag beantwoorden vereist meer denkwerk, maar de structuur is gelijk. Op een universiteit bestaan opgaven uit meerdere beschouwingslagen die elk andere grootheden kennen. We vragen bijvoorbeeld om de warmte die vrijkomt bij verbranding van een ton steenkool te vergelijken met de elektriciteit die een windmolen opwekt in een tijdvak. De clou hierbij is het meten van de energie op verschillende manieren en het omzetten daarvan in vergelijkbare joules.

Wat doen we eigenlijk?

  1. We zetten de zinnen met de woorden en letters om in begrippen.
    Pa, paps en papa is mijn vader, Ma, mams en mama is mijn moeder. Het zijn andere woorden die verwijzen naar dezelfde persoon. De clou is te begrijpen welk woord verwijst naar een voorwerp of persoon.
  2. Met deze begrippen vormen we een beeld van de vraag of boodschap.
    We ontleden de zin door te bepalen wie wat doet. Mijn vader rijdt in een auto. Het is geen taalontleding, maar een activiteitenontleding. We hebben de kennisballon Communicatie omgezet in begrippen uit de vier onderliggen Kennisballonnen.
  3. We navigeren hierna door de kennisballonnen Persoon, Doel, Waarnemen en Beïnvloeden om de juiste vereenvoudigingen te kiezen.
    We kiezen de juiste detaillering van de beïnvloedingen en waarnemingen om op zo eenvoudig mogelijk niveau de kennisfactoren toe te passen.
  4. We begrijpen wat de schrijver wil overbrengen en formuleren in ons hoofd een vraag of boodschap.
    We lopen de vragencirkel af en beantwoorden de gestelde vraag door te redeneren naar aangrenzende kennisfactoren. Krijgen we alleen een boodschap mee, dan onthouden we dit als antwoord.

Door een heldere knip te maken tussen de kennisballon Communicatie en de vier onderliggende kennisballonnen, kunnen we de leerproblemen beter herkennen en ondervangen.

Studenten leren de situatie te herkennen, de correcte gezichtspunten en doelen te kiezen en acties uit te voeren. Elke situatie is anders en vereist een andere aanvliegroute. De lering hieruit is dat we leerlingen beter kunnen voorbereiden op het oplossen van puzzels en problemen, dan op het onthouden van vaste werkwijzen. Tot voor kort kwamen we niet verder dan de stelling dat we hiervoor nieuwe theoretische of praktische inzichten moeten ontwikkelen. Met de kennisballonnen in de hand kunnen we een stap verder zetten. We krijgen een handvat om systeemniveaus te beschrijven, de lagen in te delen, koppelingsvlakken te identificeren en in en uit te zoomen. We leren dat om de kern van een boek te begrijpen, het niet nodig en zelfs zinloos is om alle letters van een boek afzonderlijk te analyseren.

Een andere uitdaging is het communiceren met personen die niet denken met woorden en begrippen, maar die denken met foto’s en video’s. We brengen overal ideeën over met woorden. Leraren geven lezingen, religieuze leiders prediken, politici houden toespraken en we kijken naar 'sprekende hoofden' op tv. Visuele denkers gedijen hier niet goed bij. Ze vallen uit het onderwijs, omdat scholen studenten dwingen op een uniforme manier kennis tot zich te nemen. De uitvallers krijgen etiketten opgeplakt als ADHD en dyslexie. Hun hersenen werken gewoon anders, maar ze zijn daardoor niet dommer. Vaak zijn ze zelfs slimmer, maar dat onderkennen we niet, omdat ze hun gedachten niet aan woorden op papier toevertrouwen. En in de wetenschap geldt dat zonder publicatie een gedachte niet bestaat. We kennen geen aanpak om onze gedachten goed te visualiseren zonder tekst en samenvattende (wiskundige) notaties. Dit is niet verwonderlijk, omdat de onderzoeksgelden gaan naar de ‘winnaars’ in de huidige opzet. Uitgedaagd om te veranderen, vinden de bekroonden dat de bestaande structuur prima werkt. Zij zijn namelijk de toppers en het bewijs dat alles prima werkt. Veranderen is zelfs ongewenst; dat vergroot alleen de kans dat anderen in de schijnwerpers komen.

Woordenbrij
Afbeelding 3: Voorbeeld woordenbrij op Twitter 16 mei 2023

Teksten maken het gemakkelijk om ideeën samen te vatten. Een boerderij als term voor een schuur voor dieren is een handige samenvatting. We kunnen details weglaten en later zelf invullen. Teksten zijn voor de details echter onhandig. In een schuur staan veertien koeien, zes varkens, drie kippen, enzovoort, maakt de tekst moeilijk te lezen en te begrijpen. Tekstuele denkers vinden daarom de boerderij een betere term. Visuele denkers vinden daarentegen de details veel beter begrijpbaar. In de botsing tussen de samenvattende en gedetailleerde denkrichtingen winnen de woordelijke denkers tot nu toe. Het boerderij voorbeeld is simpel, maar lastiger is het als we begrippen gaan stapelen, bijvoorbeeld in de vleesverwerkende industrie. Dit is voor visuele denkers nauwelijks om te zetten in een beeld, omdat het kennis van een gehele keten van activiteiten veronderstelt.

Tekstuele denkers maken gemakkelijk een puinhoop van hun denken door allerlei termen op een hoop te gooien en te presenteren als oplossing. Lulkoekbingo of The Wisdom of Chopra illustreren dit mooi. Dit is nauwelijks mogelijk in de zoektocht naar de details. Het opsporen van details vereist een uitstekend waarnemingsvermogen en het doorzettingsvermogen om het gekozen doel te bereiken. Dat staat haaks op de mensen die in grote lijnen vertellen hoe ze zaken zouden oplossen.

Leerlingen kunnen om verschillende redenen moeite hebben met lezen: andere waarnemingsvoorkeuren, maar ook de invloed van armoede en trauma, gezichtsproblemen, de moeilijkheid om de hoofdtaal als tweede of zelfs derde taal te leren en de kwaliteit van het onderwijs.16-15https://www.nytimes.com/2022/12/25/us/reading-literacy-memphis-tennessee.html Leesproblemen komen hierdoor voor in alle bevolkingsgroepen. In de Verenigde Staten van Amerika haalt een op de vijf leerlingen in klas acht niet het minimum leesniveau. Zelfs van de hoog scorende Aziatische achtste-klassers heeft een op de zes personen onvoldoende taalbeheersing. Bovendien geldt hoe armer, hoe slechter de leesprestaties. In arme wijken leest 1 op de 2 scholieren zo slecht dat ze zelfs maar een gedeeltelijke beheersing hebben van de begrips- en analysevaardigheden die we op hun leeftijd verwachten.

Communicatie met woorden bouwt verder op de vier andere kennisfactoren. Zonder begrip van deze kennisfactoren is communicatie een verspilling van moeite en een marteling van de lezer. Het navigeren door de kennispiramides met woorden verdient net zoveel of zelfs meer aandacht dan de correcte uitspraak of spelling van woorden.

Daarom groeit de roep om de manier waarop we jonge kinderen leren lezen te veranderen.16-16https://www.edweek.org/teaching-learning/which-states-have-passed-science-of-reading-laws-whats-in-them/2022/07 Naast het leren uitspreken van woorden, horen we ons te richten op het uitbreiden van de woordenschat en het geven van leesstrategieën aan tieners – zoals het decoderen van woorden – die voortbouwen op de basisprincipes die we onderwijzen op de basisschool. Taalbeheersing is niet alleen belangrijk in het vak Nederlands of Engels, maar ook in wiskunde, natuurwetenschappen en sociale studies. Hersenwetenschap toont aan dat lezen niet automatisch gaat, en langdurig onderzoek ondersteunt de behoefte aan opeenvolgende geluidsinstructie, samen met boeken die woordenschat en kennis opbouwen.16-17https://www.nichd.nih.gov/sites/default/files/publications/pubs/nrp/Documents/report.pdf Het is niet belangrijk hoe oud studenten zijn. Als iemand een kennistekort heeft, dan moeten we dat aanpakken. Anders is verder onderwijs vaak zinloos.

Volgende pagina