Het Alforto-raanwerk is ontleent aan drie verschillende kijkrichtingen die elk een andere beginpunt kennen. Deze verschillende gezichtspunten leiden tot andere bewoordingen, maar beschrijven in wezen hetzelfde: de ideale route naar het levensdoel. De persoonlijke ambities zijn afgeleid van de wijze waarop we kinderen krijgen en grootbrengen. De Fundamental14 zijn ontleent aan de positieve gedragingen in de klassieke theorieën. De Middenweg is afgeleid van de vier ontbrekende emoties. Deze drie gezichtspunten vullen elkaar naadloos aan in het Alforto-raamwerk. Onderzoeksgegevens kunnen vervolgens bewijzen of deze theorie juist is. Het omgekeerde is ook mogelijk: eerst gegevens verzamelen en daar vervolgens een theorie van afleiden. Dit is bijvoorbeeld gedaan door Steven Reiss. Hij benadert het gedrag van mensen vanuit een statistisch standpunt en komt door analyse en samenvatting tot 16 motieven. Beide manieren van theorieontwikkeling kunnen elkaar versterken, maar theorievorming heeft wel prioriteit op statistiek.
Tabel 20 beschrijft op vier verschillende manieren de route naar het levensdoel. Naast de ambities, de Middenweg en de Fundamental14 zijn de 16 motieven van Steven Reiss toegevoegd. Reiss beschrijft, zonder dit te onderkennen, vrijwel dezelfde elementen, maar doet dit vanuit een statistische onderbouwing.
Routes | Emoties | ||||
---|---|---|---|---|---|
Ambities en motieven | Middenweg | Reiss-motieven | Fundamental14 | Negatief | Positief |
Lichaam Bestaan |
Ik ben gezond. | Seks, romantiek Eten, sparen Lichamelijke oefening Veiligheid |
1. Verwek kinderen 2. Blijf gezond 3. Blijf actief en fit |
Walging Woedend Angst Verdriet |
Begeerte Tevreden Verliefd |
Samenwerking Samenhang |
Ik ben deelgenoot van de groep. | Orde Stabiliteit Idealisme Sociaal contact |
4. Help elkaar 5. Kom afspraken na 6. Begrijp taken en rollen 7. Deel opbrengsten |
Teleurgesteld Schuld, Schaamte Ontevreden Onaangenaam verrast |
Aangenaam verrast Amuserend, boeiend Inspirerend Bewondering |
Status Voorspoed |
Ik ben van waarde voor de groep. | Status Winnen Macht Leiderschap |
8. Jaag succes na 9. Overtref verwachting |
Verontwaardiging, minachting | |
Identiteit Veerkracht |
Ik ben van waarde voor mezelf en voor de automotiekring. | Vrijheid Onafhankelijkheid Acceptatie Zelfvertrouwen Eer Wraak |
10. Toon zelfverzekerdheid 11. Koester prestaties 12. Vier successen |
Verveeld |
|
Kennis Wijsheid |
- | Nieuwsgierigheid | 13. Toon wijsheid 14. Wees leergierig |
Tot nu toe is de mensheid er niet in geslaagd om een allesomvattend model, een grand theory, op te zetten dat het gedrag van mensen goed voorspelt. In het laatste deel van de 20ste eeuw zijn alle pogingen hiertoe gestaakt. Wetenschappers zijn overgestapt van het vruchteloos beschrijven van verankerde oorzaak-gevolgrelaties naar het aantonen van (losstaande) verbanden op basis van statistische onderzoeksgegevens.
Door het ontbreken van een grand theory zijn onderzoekers, van wie wordt verwacht dat ze continu 'maatschappelijk relevante' kennis produceren, gedwongen de bewijsvoering om te draaien en vanuit de gegevens 'aan te tonen' dat er een relatie tussen twee variabelen bestaat. Starten met statistiek is en blijft echter een surrogaatoplossing. Statistiek kan geen oorzaak-gevolg-relaties aantonen, alleen een sluitende voorspellende theorie kan dat. Of zoals Thoma S Kuhn schrijft: “... het is moeilijk om de natuur in een paradigma samen te vatten. Daarom zijn de puzzels van de normale wetenschap zo uitdagend. Het is ook de reden waarom metingen die zonder een paradigma zijn uitgevoerd, zelden leiden tot enige conclusie.”44
Het Alforto-raamwerk kent wel een stevige verankering. De theorie beschrijft een dynamisch systeem gericht op het bereiken van het levensdoel en doet hiermee impliciet vergaande voorspellingen. Die voorspellingen gaan veel verder dan een simpel verband tussen twee variabelen. De theorie beschrijft een volledig raamwerk van factoren die elkaar beïnvloeden. Dat maakt het Alforto-raamwerk te ingewikkeld om op één bladzijde af te beelden, maar legt wel de causale relaties bloot. Door te starten met een theorie en deze later te toetsen, is de geldigheid onomstotelijk aan te tonen; helemaal als de theorie voldoet aan de eisen die we in het domein «Gedrag» stellen (zie hoofdstuk 6).
Een kritische lezer van dit boek vraagt zich misschien af: “Waar zijn de meetgegevens en statistieken die het Alforto-raamwerk bewijzen? De onderbouwende onderzoeksgegevens ontbreken!” Deze gegevens ontbreken met een reden. Het formuleren van een voorspellende theorie gaat idealiter vooraf aan het toetsen ervan. Door eerst te voorspellen en dan te meten, toetst de meting de voorspelling. Door te starten met een meting, en pas hierna een verklaring te bedenken, is er niets dat de verklaring toetst. Het boek omzeilt deze valkuil door eerst het Alforto-raamwerk te publiceren. Het ontbreken van cijfermateriaal is een logisch gevolg van het volgen van de elegante route, waarbij theorievorming vooraf gaat aan meting. Alleen deze route opent de weg voor kritische onderzoekers om met cijfermateriaal het Alforto-raamwerk te bewijzen, aan te vullen of te ontkrachten. Op die manier zijn statistische bewijzen nuttig en is te beoordelen of het Alforto-raamwerk voorziet in een bruikbaar model.
Naar volgende pagina Naar inhoudsopgave editie 2024