Het Free Energy Principle van Andy Clark is niet op alle levensvormen van toepassing. Vrijheid in denken en handelen is beperkt tot dieren en mensen die kunnen bewegen. De kennisdomeinen maken dit goed inzichtelijk.
In het domein Fysieke bouwstenen vertoont materie enkel een reactie en kent geen voorspelling. De reactie beschrijven we in natuurwetten die altijd geldig zijn, bijvoorbeeld de wet van behoud van energie. Materie, zoals ijzer of water, kan niet afwijken van de natuurwetten. Water kan niet denken: “Het is maandag, ik heb vandaag geen zin om te bevriezen.” Water bevriest altijd bij min 48 graden Celsius, op maandag en vrijdag, overal.2-7Emily B. Moore en Valeria Molinero. (2011) Structural transformation in supercooled water controls the crystallization rate of ice. Nature, 2011; 479 (7374): 506 Het begrip zelfstandig handelen komt bij materie niet voor. Materie is onderhevig aan de vier fundamentele natuurkrachten (zie hoofdstuk 1.3) en reageert daar onder dezelfde omstandigheden altijd op dezelfde manier op, altijd achteraf.
Het woord handelingsvrijheid omvat ook denkvrijheid. De hersenen kunnen zelf een denkbeeldige werkelijkheid scheppen zonder die rechtstreeks te koppelen aan echte bewegingen. Dromen is hiervan een voorbeeld.
Ook levensvormen in het domein Werking, zoals planten, schimmels en eencelligen, reageren tijdens hun leven altijd op dezelfde manier. Ze reageren tijdens hun leven altijd achteraf. Ze kunnen vooraf geen beslissingen nemen. De bloemblaadjes gaan open nadat de zon opkomt en gaan dicht nadat de zon ondergaat. Bloemen gaan niet sneller groeien omdat ze de tuinman aardig vinden. Nee, planten gedijen alleen als er voldoende zonlicht, voedingstoffen en water beschikbaar is. Ze groeien volgens een vast plan nadat aan alle groeivoorwaarden is voldaan. Planten hebben geen keus. Hun werking is vastgelegd in het erfelijk materiaal. Alleen door wijzigingen in het DNA en het RNA verandert hun werking in een volgende generatie. De vrijheid is beperkt tot het aanpassen van erfelijke eigenschappen.
Hoewel we graag menselijke eigenschappen toekennen aan planten – we zeggen bijvoorbeeld dat de plant voelt dat het droog is en zijn blaadjes laat vallen – is er slechts sprake van werking achteraf. De hoofdvraag bij de levensvormen in het domein Werking is Waardoor? Waardoor groeit een plant? Wat is het werkingsmechanisme?
Denken in zijn simpelste vorm is het nemen van een beslissing op basis van waarnemingen die om verschillende, vaak tegenstrijdige handelingen vragen.
In het domein Gedrag bouwen dieren en mensen voort op de mogelijkheden van het domein Werking en ontwikkelen ze de vrijheid om zelf te bewegen. Dit gaat hand in hand met waarnemen. Door waar te nemen, bijvoorbeeld ruiken of zien, kan een levensvorm zich een beeld vormen van de omgeving. Het vangt signalen niet alleen op, het geeft deze signalen ook betekenis om beslissingen te nemen. Zodra een dier waarneemt en daarna beslist welke positie het inneemt, is er sprake van voorspellen. Het voorspelt welke positie de meeste kans op succes geeft. De voorspellingen beginnen simpel en worden steeds ingewikkelder, zoals bij het samenleven in groepen.
Wanneer behoren levensvormen zoals eencelligen tot de groep voorspellers? Soorten die naar keuze, dus niet altijd, naar een voedselbron toegaan of zich uit de voeten maken bij bedreigingen, behoren tot de groep voorspellers. Eencelligen die geen positie kunnen innemen of altijd dezelfde reactie vertonen, behoren niet tot de groep voorspellers. Virussen behoren tot deze groep. Dat we voor hun werking menselijke termen zoals verstoppen gebruiken, doet hier niets aan af.
Het nemen van een beslissing en die kunnen uitvoeren, is voldoende om tot de groep voorspellers te behoren. Het is niet belangrijk hoe een levensvorm tot een beslissing komt. Wat belangrijk is, is de keuzevrijheid. Vooraf vastgelegde gebeurtenissen die altijd optreden als aan een voorwaarde is voldaan, gelden niet als beslissing. Dieren die groeien, nemen geen beslissing. Ze hebben eigenschappen die maken dat ze groter worden. Deze eigenschappen kennen alleen een waardoor-vraag, geen waarom-vraag.
Het vermogen om te voorspellen onderscheidt het domein Werking en het domein Gedrag. Van gedrag is sprake als een levensvorm de toekomst voorspelt.
Het onderscheid tussen de domeinen is helder uit te leggen door de woorden ‘reactie’, ‘werking’ en ‘gedrag’ te gebruiken. Fysieke bouwstenen reageren altijd op dezelfde manier onder gelijke omstandigheden. Levensvormen hebben de mogelijkheid om hun werking over generaties heen aan te passen, waardoor ze meer vrijheid hebben dan materie Levensvormen met gedrag kennen bovenop werking nog meer vrijheid. Levensvormen met gedrag hebben nog meer vrijheid, omdat ze vooraf kunnen beslissen welke handelingen ze gaan uitvoeren. Het wezenlijke verschil tussen de kennisdomeinen ‘Gedrag’ en ‘Werking’ is het vermogen tot voorspellen. Terwijl ‘Werking’ alleen een ‘waardoor’-vraag kent, stelt ‘Gedrag’ ook een ‘waarom’-vraag. Kortom, welk doel wil iemand bereiken?
Naar volgende pagina Naar inhoudsopgave editie 2024