Schoonheid is onbelangrijk, zeggen vriendelijke mensen die onaantrekkelijke mensen willen opbeuren. Het gaat erom of je aardig bent, geestig en invoelend. Een mooi gezichtje, een goed figuur, wat koop je ervoor? Een goed hart, een opgeruimd karakter, dat zijn de zaken die tellen. En natuurlijk is dat waar. Toch hebben de vriendelijke sprekers ongelijk
In Het recht van de mooiste toont de Amerikaanse psychologe Nancy Etcoff aan dat schoonheid er wel degelijk toedoet. Het uiterlijk, stelt zij, is het meest publieke deel van het zelf. We nemen het uiterlijk van anderen waar en in een fractie van een seconde stellen we vast of we die ander aantrekkelijk vinden. Of dat zo is, toetsen we aan een ideaalplaatje van de menselijke gedaante dat in onze hersens in gegrift. Vervolgens verbinden we er consequenties aan.
Schoonheid brengt het goede in anderen boven. In een psychologisch onderzoek kregen 75 mannelijke studenten foto's van vrouwen te zien. Sommigen waren heel aantrekkelijk, anderen minder. Ze kregen de opdracht er iemand uit te halen voor wie ze graag een van de volgende dingen zouden doen: meubels versjouwen, geld uitlenen, bloed geven, een nier afstaan, anderhalve kilometer zwemmen om haar te redden, haar uit een brandend gebouw halen of zelf zich op een door een terrorist geworpen handgranaat werpen. Voor een mooie vrouw deden de mannen alles. Het enige wat ze met tegenzin deden, was haar geld lenen.
Knap uitziende mensen krijgen bij een woordenwisseling vaker gelijk en weten anderen gemakkelijker van hun zienswijze te overtuigen. Hierbij speelt ook mee dat aantrekkelijke mensen sociaal meer op hun gemak zijn en meer neigen tot assertief gedrag.
In een onderzoek moesten proefpersonen een gesprek voeren met een psychologe. Midden in het gesprek kwam een collega de psychologe storen en deze vroeg de gesprekspartner haar even te willen verontschuldigen. Als de proefpersoon geduldig wachtte, duurde de onderbreking tien minuten. Aantrekkelijke personen wachtten gemiddeld drie minuten en begonnen dan aandacht te eisen. Minder aantrekkelijke personen wachten negen minuten. De twee groepen taxeerden hun eigen assertiviteit gelijk. Aantrekkelijke personen vonden gewoon dat ze recht hadden op een betere behandeling.
Over wat we mooi vinden zijn we het betrekkelijk eens. In elke cultuur bestaat een voorkeur voor vrouwengezichten met typische kenmerken van jeugdigheid: bij ons zijn dat grote ogen, een klein ondergezicht met fijne kaken en een relatief kleine kin. Bij mannen houden we van een gezicht met brede kaken.
Dat mannen in de westerse cultuur een voorkeur hebben voor blonde vrouwen, is volgens de onderzoekers waar. Het blijkt alleen niet de haarkleur te zijn die ze prikkelt. Het is het besef dat bij blond haar een lichte huid hoort. Die toont aanwijzingen voor ziekten (bloedarmoede, geelzucht) en seksuele belangstelling en opwinding (blozen en vlekkerigheid) eerder.. Hersenonderzoeker V.S. Ramachandran veronderstelt dat mannen in de Oudheid lichthuidigen kozen, omdat die het minst in staat waren hen te bedotten, en dat wat toen biologisch gunstig was, is uitgegroeid tot een esthetische voorkeur.
Onze ideeën over wat mooi is, komen voort uit een ver verleden, waarin alles om voortplanting draaide. We moesten een partner vinden met wie we daarop de beste kans hadden. Vrouwen met een gave huid, dik glanzend haard, gewelfde taille en symmetrisch lichaam waren favoriet. Vooral als ze nog jong waren. Mannen zijn nog steeds gefascineerd door zulke vrouwen.
Interessant is dat vrouwen, hoewel ze wel degelijk oog hebben voor mooie mannen, niet alleen kijken of het met de genen wel goed zit. Een vrouw wil óók weten of een man bereid is voor haar en de eventueel verwekte baby te zorgen. Of hij betrouwbaar is speelt een rol, maar ook zijn maatschappelijke positie is van belang.
In een onderzoek kregen mensen foto's te zien van mannen en vrouwen die in uiterlijk varieerden van erg knap tot beneden gemiddeld. De onderzoekers vertelden dat ze in opleiding waren voor een beroep dat slecht, gemiddeld of goed werd betaald (kelner, onderwijzer of arts). De onderzoekers vroegen met respondenten met wie ze graag een kop koffie zouden drinken, naar bed zouden gaan of zouden willen trouwen
Uiteraard hadden de vrouwen een voorkeur voor de knapste man met het meeste geld. Maar artsen met een gemiddeld of zelfs onaantrekkelijk uiterlijk kregen dezelfde waarderingen als erg aantrekkelijk onderwijzers. Status compenseerde hun uiterlijk. Andersom was dat niet zo. Onaantrekkelijke vrouwen waren niet gewild, ongeacht hun maatschappelijk positie
In het laatste hoofdstuk probeert Etcoff, die verbonden is aan de Havard Medical School, haar bevindingen wat te nuanceren. Ze merkt op dat bijvoorbeeld stem, geur en een mooi karakter een gebrek aan schoonheid kunnen compenseren. Dat doet toch niet af aan haar slotsom dat we onszelf geen geweld moeten aandoen: we reageren positief op schoonheid, omdat we nu eenmaal zo geprogrammeerd zijn.
We moeten ons daar niet tegen verzetten, maar de impuls toelaten. We moeten vrouwen niet verketteren als ze veel tijd aan hun uiterlijk besteden. Vrouwen worden voor hun schoonheid nu eenmaal eerder beloond dan voor hun andere kwaliteiten. Daar zal volgens Etcoff pas verandering in komen als we vrouwen gelijke juridische en sociale rechten geven. Zolang dat niet het geval is, kunnen we iemand niet verwijten dat ze zich een goede positie verwerft met de uiterlijke middelen die ze heeft die we wél waarderen.
Zie ook:
Dit artikel is gebaseerd op Het recht van de mooiste- De wetenschap van mooi en
lijk Geschreven door Nancy Etcoff en vertaald uit het Engels door Ieren Ketman. ISBN 90
254 2269 1 Overgeschreven uit de Volkskrant 11
februari 2000 Auteur samenvatting: Jeanne Doomen.
Datum laatste wijziging 21 mei 2000.