De berekening van een netto salaris is voor een normaal mens niet te volgen. Allerlei
ingewikkelde optel- en aftreksommen leiden uiteindelijk tot een netto loon. Als de
salarisadministrateur na het uitleggen van de berekening vraagt: "En Piet, snap je
het nu?" dan krijgt hij vaak als antwoord "Als jij het zegt, dan is het
zo". Piet kan de directeur of de tuinman zijn. Beiden snappen er niets van.
De berekening van een netto salaris is ingewikkeld door allerlei wettelijke regels en
Cao-afspraken. Deze regels zijn gegroeid tot een ondoorzichtig oerwoud waarin niemand door
de bomen het bos nog ziet.
Is er een nieuwe systematiek te bedenken die rechtvaardigheid koppelt aan eenvoud en gemak? Ja, we denken dat een nieuwe systematiek erg eenvoudig is als we de achterliggende doelstellingen goed in het oog houden.
In de nieuwe werkwijze brengen we in de eerste plaats een helder onderscheid aan tussen
verzekerd loon en belastbaar loon. Verzekeren en belasting betalen dienen namelijk elk een
ander doel. Verzekeren is het afdekken van toekomstige risico's. Belasting betalen is
afdragen van een deel van de gerealiseerde inkomsten.
Het verzekerd loon behelst alleen het loon dat wegvalt indien we niet in staat zijn te
werken. Bijvoorbeeld door werkloosheid, ziekte of arbeidsongeschiktheid.
Belastbaar loon daarentegen is een fiscaal begrip. Het omvat in beginsel alle
inkomstenstromen in een jaar.
Door verzekerd loon en belastbaar loon goed te onderscheiden zijn we instaat om een
zeer eenvoudige salarisberekening te maken.
Tabel 1: berekening volgens nieuwe systematiek
Looncomponent | Bedrag |
---|---|
Verzekerd loon | 1.000 |
Minus premies toekomstig loon zoals pensioen en vut | - 100 |
Minus premies risico inkomensderving zoals ziekte, arbeidsongeschiktheid en werkloosheid | - 100 |
Uitkeringen betaald via de werkgever en aanvullingen op uitkeringen | + 0 |
Belast loon | 800 |
Minus belasting | -200 |
Netto loon | 600 |
Het verzekerd loon is het loon uit huidige arbeid. Dit verminderen we met de premies voor toekomstig loon zoals pensioen- en vutpremies omdat de belastingdienst deze premies niet nu maar pas bij de uitbetaling belast. Dezelfde redenatie geldt voor de premies voor inkomensderving. Vervolgens tellen we de uitkeringen uit vroegere arbeid die de uitkeringsinstantie via de werkgever betaalt erbij op. Het resultaat is het belastbaar loon. Hier trekken we volgens voorschrift van de belastingdienst de loonbelasting vanaf. Wat overblijft is het netto loon.
In de nieuwe werkwijze passen we alle belastingvoorschriften ongewijzigd toe. We wijzigingen alleen de toepassing van de regels in de sociale verzekeringen.
De volgorde van de berekening is slechts één kant van het verhaal; de inhoud van de
begrippen is een andere en een hele belangrijke. Juist over de inhoud zijn vele discussies
te voeren. Laten we daarom bij alle componenten in detail stilstaan.
Loon uit dienstbetrekking
Het verzekerd loon definiëren we als loon uit huidige dienstbetrekking. Het criterium
voor de beoordeling of we loon tot het loon uit dienstbetrekking rekenen is het risico dat
het loon wegvalt door werkloosheid, ziekte of arbeidsongeschiktheid.
Het loon uit huidige dienstbetrekking betreft alle verdiensten uit een dienstbetrekking
dus ook premies voor pensioen en VUT-regelingen, werkgeversbijdragen in de ziektekosten,
overwerk en loon in natura.
Premies voor pensioen- en VUT-regelingen
De premies voor pensioen- en VUT-regelingen die de werkgever vergoedt, behoren tot het
verzekerd loon. Bij het wegvallen van arbeid valt de opbouw voor bijvoorbeeld pensioen
immers ook weg. Dit risico willen we tenietdoen door opname in het verzekerd loon.
Ziekenfondsbijdrage werkgever is inkomen
We betalen in de huidige berekeningswijze geen SV-premies over de werkgeversbijdrage
ziekenfonds. Dit is vreemd omdat we hiervoor wel een inkomensrisico lopen en de
uitkeringsinstantie wel deze verplichting moet voortzetten. De werkgeversbijdrage aan de
ziekenfondspremie rekenen we daarom tot het verzekerd loon.
Loon in natura
Ook ten aan zien van loon in natura, onder welke naam ook (vrij vlees, kost en
inwoning, ziektekostenbijdragen, lease auto's, lage hypotheek rente en premies voor
ziektekosten verzekeringen), lopen werknemers risico. Bij einde van het dienstverband door
werkloosheid, ziekte of arbeidsongeschiktheid vervalt ook het recht op het loon in natura.
Daarom rekenen we ook het loon in natura tot het verzekerd loon.
De loon- en inkomensbegrippen die de belastingwetgeving gebruikt zijn veel ruimer en bevatten ook loon uit vroegere dienstbetrekking en allerlei andere inkomstenbronnen.
De fiscus stelt de premies voor pensioen- en VUT-regelingen vrij en heft in de toekomst alsnog belasting over deze uitkeringen. Hetzelfde geldt voor SV-premies.
Over uitkeringen die betaald worden via de werkgever of aanvullingen op uitkeringen loopt de werknemer geen risico. Dergelijke inkomensbestanddelen rekenen we niet tot het verzekerd loon Hierover is dan ook geen premie verschuldigd, alleen belasting.
Het verschil tussen verzekerd loon en belastbaar loon zijn dus premies voor loon in de toekomst en uitkeringen uit het verleden. Het verzekerd loon omvat alleen het loon uit het heden, het belastbaar loon omvat loon van vroegere arbeid en huidige arbeid zonder toekomstig loon.
De fiscus belast ook loon in natura en andere vergoedingen van de werkgever onder welke naam dan ook. Hier lopen het verzekerd loon en belastbaar loon (toevallig) gelijk op.
Premie ingevolge een premiespaarregeling en spaarloon
Zowel het verzekerd loon als het belastbaar loon kennen uitzonderingen. Een van de
belangrijkste uitzonderingen betreffen de premie ingevolge de premiespaarregeling en de
spaarloonregeling. Doel van deze regelingen is juist de heffingsgrondslag niet te
verbreden maar te versmallen. Zowel de spaarpremie als het spaarloon blijven buiten de
premie- en belasting heffing.
In het belastingplan voor de 21e eeuw worden beide regelingen aangepast. We laten ze
hier daarom verder buiten beschouwing.
Om tot een vaststelling van de loonkosten en het netto loon te komen moeten we voorts nog rekening houden met tal van andere heffingen en netto inhoudingen. Voorbeelden hiervan zijn het werknemersdeel in premiespaarregeling en bijdragen aan de personeelsvereniging. Deze en andere heffingen en netto inhoudingen laten we hier verder buiten beschouwing.
Het berekenen van de premies voor pensioen- en vutfondsen, inkomensderving door ziekte
en werkloosheid is vervolgens erg eenvoudig. De premies berekenen we over het verzekerd
loon, rekening houdend met een maximum. Dit is immers het loon waarover we risico lopen.
De premieheffing vindt bij voorkeur plaats op het moment van uitbetaling van het loon aan
de werknemer.
Eenvoudiger kan het niet.
De loonbelasting blijven we onveranderd berekenen over het belastbaar loon. Ook de belastingheffing vindt bij voorkeur plaats op het moment van uitbetaling van het loon aan de werknemer.
De premieberekening is in de nieuwe werkwijze zeer eenvoudig. Maar wie betaalt de premie? De werknemer of de werkgever? Is de nieuwe premie niet veel hoger door al deze wijzigingen?
Het aantal voordelen om de werknemer de premies voor de sociale (risico) verzekeringen te laten betalen is groot. Het is als eerst het directe belang van de werknemer om verzekerd te zijn. Dit dient de werknemer te kunnen controleren. Het is namelijk de werknemer die recht heeft op de uitkering. Vergelijking van salarissen tussen werkgevers is verder veel simpeler omdat alle loonbestanddelen op het loonstrookje te vinden zijn. Het verzekerd loon is in de nieuwe werkwijze voor iedereen gelijk. Als laatste argument telt de betrokkenheid van de werknemer bij zijn verzekeringen. Weten waarvoor en hoeveel een werknemer betaalt vergroot het draagvlak en de acceptatie.
Voor de werkgever maakt het in beginsel niet uit wie de premie betaalt. Het zijn immers allemaal loonkosten. Een systeem waarbij de werknemers de premies betalen kunnen we invoeren onder de voorwaarde dat het loonkostenniveau op het moment van overgang gelijk blijft .
Schematisch ziet de premieverdeling er als volgt uit:
Fonds | Werkgever | Werknemer |
---|---|---|
Ziektewet | nee | ja |
WAO | nee | ja |
WW | nee | ja |
Pensioen | nee | ja |
Vut | nee | ja |
Een gevolg van het voorgestelde loonbegrip is dat de basis waarover we (SV)-premies berekenen, hoger wordt. Aangezien we niet meer premie hoeven te heffen dan nodig om de uitkering te bekostigen, kunnen de premiepercentages omlaag. De totale opbrengst blijft hiermee gelijk. Macro-economisch gezien is de overgang naar het verzekerd loon als basis voor de premieberekening inkomensneutraal.
Voor de hoogte van de premies geldt dat het er binnen een berekening niet toe doet waarover we premie berekenen. Immers 9% van 100 geeft hetzelfde resultaat als 10% van 100-10=90. We kiezen altijd 100 en nooit 100-10. Het gaat om de opbrengst, waarbij eenvoud van berekenen voorop staat.
Door een scherp onderscheid tussen verzekerd loon en belastbaar loon en het laten betalen van alle risicopremies door de werknemer is de salarisberekening goed uit te leggen. Deze helderheid stelt de werknemer beter in staat om te controleren of de berekening juist is uitgevoerd. Bovendien is de berekening eenvoudiger. Dit brengt ook voor de werkgevers een belangrijke administratieve lastenverlichting met zich mee. Ook de uitvoeringsinstellingen (UVI's) kunnen het verzekerd loon gemakkelijk vaststellen. Dit vereenvoudigt de uitvoering en leidt uiteindelijk tot minder kosten. Winst dus voor iedereen.
Na invoering van de nieuwe werkwijze kunnen we ook aan Piet de nieuwe werkwijze uitleggen. Geen hocus pocus, gewoon gezond verstand. Piet kan vrolijk zeggen: "Ja, ik snap het!" tegen de salarisadministrateur.
Dit artikel is een onderdeel van de serie artikelen "Vereenvoudiging van het loonstrookje en de SV-verzekeringen" die zijn gepubliceerd in het maart-, april-, mei- en juninummer 2000 van het blad Aanspraak, uitgegeven door Elsevier bedrijfsinformatie. De volledige serie omvat:
© Alforto 2000
Jan Berend Dusink, René Huygen, Arjen Meijer